Datum mondelinge uitspraak: 18 mei 2022 (onder voorbehoud van vergissingen en verschrijvingen)
Plaats uitspraak: Made
Bindend Advies.
In het geschil tussen:
Peter van Toren en Johanna
te Breda
verder te noemen: Peter en Johanna,
tegen:
Maria en Jolanda
te Breda
verder te noemen Maria en Jolanda
gegeven door mr. F.M. Visser.
(Schriftelijke uitwerking ex artikel 14 lid 4 Reglement)
De procedure.
Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het ‘Reglement Bindend Advies Mr. Frank Visser doet uitspraak’, editie januari 2021, te doen beslechten.
De vordering van Peter en Johanna is opgenomen in de bindend advies overeenkomst.
Mr. Frank Visser heeft kennisgenomen van alle door partijen overgelegde stukken.
Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 18 mei 2022, welke is gehouden te Made.
Als deskundigen zijn benoemd H.J. van Veldhuizen (houtstook) en G. Caruso (fijnstof).
Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.
Voorafgaande daaraan heeft mr. Frank Visser zich begeven naar de in deze procedure bedoelde woningen c.a. en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezichtigd. Viktor Brand heeft daarbij zo nodig ondersteuning verleend.
Daarbij was tevens aanwezig deskundige G. Caruso die fijnstof gemeten heeft. Eerder had deskundige H.J. van Veldhuizen al een onderzoek ingesteld naar de houtkachel, het stookhout, het rookkanaal en de manier van stoken van Maria en Jolanda. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken.
De relevante perceelgrens is gereconstrueerd door het kadaster (landmeter R. Vlemmix).
Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht.
De deskundigen en de landmeter hebben mondeling verslag uitgebracht.
Als informant is gehoord mevrouw Swolfs, een buurvrouw van Maria en Jolanda.
Hierna is mondeling uitspraak gedaan.
De vordering van Peter en Johanna.
Peter en Johanna vordert, kort gezegd, dat aan Maria en Jolanda een stookverbod wordt opgelegd en dat zij worden verplicht hun garage los te maken van hun woonhuis en deze -voor zover grensoverschrijdend- te verwijderen.
Het conflict (artikel 14 lid 2 van het reglement ).
Het conflict dat partijen verdeeld houdt laat zich kort samengevat als volgt omschrijven:
Partijen hebben een geschil over het stoken van een houtkachel door Maria en Jolanda. Maria en Jolanda stellen er alles aan te doen om overlast te voorkomen, maar Peter en Johanna vindt dat onvoldoende.
Verder hebben partijen een geschil over de aanhechting van de garage van Maria en Jolanda -met de daarin gemaakte zolderverdieping- aan de buitenmuur van de woning van Peter en Johanna. In dat verband klaagt Peter en Johanna tevens over een mogelijke erfgrensoverschrijdende bouw van die garage.
Beoordeling van het geschil.
Vaststaande feiten
In deze zaak zijn de volgende feiten, zoals door mr. Frank Visser zelf waargenomen en/of als niet, dan wel onvoldoende betwist, voldoende komen vast te staan.
Verslag van de deskundigen
Deskundige Caruso heeft het fijnstof gemeten in en achter de woning van Peter en Johanna, zowel tijdens de verkeersspits en voordat de kachel werd aangestoken, als daarna. Dit omdat het stoken van hout kan leiden tot een uitstoot van fijnstof. Daarbij is voornamelijk achter de woning een verhoogde concentratie fijnstof aangetroffen. Opvallend was, dat deze concentratie na de verkeersspits afnam, terwijl de kachel pas toen werd aangestoken. De deskundige kan dit niet anders verklaren, dan dat de gemeten, verhoogde concentratie fijnstof, vooral moet worden toegeschreven aan het verkeer op de drukke Terheijdenseweg en niet aan de houtstook.
Volgens deskundige Van Veldhuizen voldoet de rookgasafvoer van de kachel aan de regels. Het gestookte hout is goed droog. De verbranding is uitstekend, waardoor niet of nauwelijks rook en roet wordt uitgestoten. Alleen de manier waarop de kachel wordt aangestoken kan beter, met name door dat op de zogenaamde Zwitserse manier te doen (bovenste in de kachel gestapelde hout aansteken, in plaats van het onderste). Verder is een cursus houtstoken beslist aan te bevelen.
Kadastrale grens
Het kadaster heeft schriftelijk het volgende laten weten. Nadat de hiervoor onder 3. bedoelde akte van verjaring was ingeschreven, is de nieuwe kadastrale erfgrens opnieuw ingemeten. Later is de nieuwe bebouwing door een externe partij echter verkeerd in de kadastrale kaart ingetekend, waardoor het erop lijkt, alsof de nieuwe garage alsnog geheel of ten dele over de erfgrens is gebouwd. Die fout wordt hersteld.
Het kadaster heeft de kadastrale erfgrens tussen de percelen van partijen, op basis van de juiste inmeetgegevens, gereconstrueerd. Volgens deze reconstructie loopt de erfgrens precies tussen de zuidelijke buitenmuur van het woonhuis van Peter en Johanna en de daaraan vastgemaakte garage van Maria en Jolanda.
Inhoudelijke beoordeling van het conflict
De garage en de aanhechting en ondergrond daarvan.
Voorop gesteld moet worden, dat de kadastrale reconstructie van de erfgrens tussen de in deze procedure bedoelde percelen van partijen, naar mijn oordeel, overeenkomt met de werkelijke, juridische, eigendomsgrens. Daartegen zijn geen overtuigende argumenten aangevoerd.
Het betwiste stukje grond is immers door verjaring in eigendom overgegaan op de rechtsvoorgangers van Maria en Jolanda. Weliswaar schept een akte van verjaring strikt juridisch gezien geen eigendom, maar dat rechtsgevolg treedt wel in als de verjaring wordt erkend, dan wel onbetwist blijft. Van dat laatste is helaas geen melding gemaakt in de akte. Hoe dan ook is de voor eigendomsverkrijging nodige verjaring, als die in 1984 al onterecht mocht zijn aangenomen, in elk geval toen, dan wel bij de bouw van de garage in 1986, gaan lopen en inmiddels lang en breed voltooid. Samenvattend moet worden geoordeeld, dat de garage van Maria en Jolanda geheel op eigen grond is gebouwd. Van grensoverschrijdende bouw is dus geen sprake.
Wat anders is, is dat de eigenaar van een huis er in beginsel geen genoegen mee hoeft te nemen, dat de buren een garage tegen zijn buitenmuur aanbouwen. Dat kan Peter en Johanna echter niet helpen, omdat de toenmalige eigenaar van haar woonhuis daartoe toestemming heeft gegeven. Nadat de garage was aangebouwd, werd die buitenmuur volgens artikel 5:62 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek van rechtswege mandelig (gemeenschappelijk eigendom). Volgens artikel 5:67 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek mogen de buren deze mandelige muur, ieder aan hun kant, gebruiken om bijvoorbeeld balken in vast te maken. Dat geldt ook voor de balken, waarmee de in die garage aangebrachte zolder aan die muur is bevestigd. Dat geldt eveneens als die zolder pas later zou zijn gemaakt, wat ik echter niet geloof.
Voorwaarde is wel, dat daardoor geen nadeel wordt toegebracht aan die muur. Ik heb bij gelegenheid van het locatiebezoek echter geen scheuren of andere schade gezien. Deze is mij ook niet aangewezen.
Ondertussen is gebleken dat Peter en Johanna deze muur wil isoleren. Maria en Jolanda willen daaraan meewerken en zullen ook meeprofiteren van deze verbetering. In het midden kan blijven of deze werkzaamheden vallen onder de noemer onderhoud (zoals bedoeld in artikel 5:65 van het Burgerlijk Wetboek) en/of beheer (zoals bedoeld in artikel 3:168 van het Burgerlijk Wetboek), nu het mandelige karakter van die muur en de redelijkheid in dit geval met zich meebrengen, dat partijen de kosten daarvan gezamenlijk dragen.
Het houtstoken.
Op grond van de bevindingen van de deskundigen, evenals mijn eigen waarnemingen, ben ik tot het volgende oordeel gekomen.
Niet aannemelijk is geworden, dat het stoken van de houtkachel van Maria en Jolanda leidt tot dusdanige ernstige en structurele overlast, dat sprake is van onrechtmatigheid, zoals bedoeld in de artikelen 5.37 en 6.162 van het Burgerlijk Wetboek. Er zijn geen aan die houtstook toe te schrijven, verhoogde fijnstofconcentraties gemeten en ik heb zelf niets geroken. De houtkachel en het rookkanaal zijn in orde en het stookhout is voldoende droog. Hoewel ik niet betwijfel, dat mevrouw Van Toren last heeft van haar slijmvliezen en luchtwegen, blijkt uit niets dat deze klachten worden veroorzaakt of verergerd door de houtstook van Maria en Jolanda. Het ligt meer voor de hand, dat het intensieve verkeer op de drukke Terheijdenseweg de boosdoener is, als die al kan worden aangewezen. Overigens zijn Maria en Jolanda, zoals nog is gebleken, niet de enige buren die een houtkachel stoken.
Op het stookgedrag van Maria en Jolanda valt niets aan te merken, behalve dan dat zij de kachel verkeerd aansteken, waardoor inderdaad rook kan vrijkomen. Ik zal hen daarom verplichten om voortaan de Zwitserse methode toe te passen en verder zal ik Marja Quaytaal houden aan haar belofte, een stookcursus te volgen. Het spreekt daarbij voor zichzelf, dat Maria en Jolanda alleen mogen stoken, als dit volgens www.stookwijzer.nu.nl niet wordt ontraden.
Eindoverweging
Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist.
Omdat ik erop vertrouw, dat Maria en Jolanda deze beslissing ook zonder dwang zullen respecteren en uitvoeren, vind ik het niet nodig een boetebepaling in de beslissing op te nemen.
B E S L I S S I N G
Voor recht wordt verklaard, dat Maria en Jolanda hun houtkachel mogen blijven stoken, mits dit niet wordt ontraden door www.stookwijzer.nu.nl en mits deze kachel volgens de zogenaamde Zwitserse methode wordt aangestoken.
Mevrouw Marja Quaytaal is verplicht een stookcursus te volgen, zoals door deskundige Van Veldhuizen bedoeld.
Maria en Jolanda moeten meewerken aan het isoleren van de in deze procedure bedoelde mandelige muur en moeten voor de helft meebetalen aan de kosten daarvan, mits uitgevoerd door een professioneel bedrijf en tegen overlegging van een behoorlijke BTW-factuur.
Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
Dit bindend advies is gegeven door mr. F. M. Visser als bindend adviseur en mondeling uitgesproken te Made op 18 mei 2022.
Deze schriftelijke uitwerking van het bindend advies is ondertekend door mr. Frank Visser als bindend adviseur en H.T. Walstra als secretaris op 1 juni 2022
.