Datum mondelinge uitspraak: 1 december 2021 (onder voorbehoud van vergissingen en verschrijvingen)
Plaats uitspraak: Helmond
Bindend Advies
In het geschil tussen:
Elly en Jan
te Helmond,
verder te noemen: (Elly en/of Jan)
en
John
te Helmond
verder te noemen: John
als eisers,
en
Peter en Usha
te Helmond,
verder te noemen: Peter en/of Usha
gegeven door mr. F.M.Visser.
(Schriftelijke uitwerking ex artikel 14 lid 4 Reglement)
De procedure.
Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het ‘Reglement Bindend Advies Mr. Frank Visser doet uitspraak’ editie januari 2021 te doen beslechten.
De vorderingen van Jan en Elly en John zijn opgenomen in de bindend advies overeenkomst. Daarin is ook de tegenvordering van Peter opgenomen.
Mr. Frank Visser heeft kennisgenomen van alle door partijen overgelegde stukken.
Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 1 december 2021, welke is gehouden te Helmond.
Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.
Voorafgaande daaraan heeft mr. Frank Visser zich begeven naar het in deze procedure bedoelde appartementencomplex Residentie Brouwhorst en heeft hij dit complex in het bijzijn van partijen bezichtigd. Viktor Brand heeft een buurtonderzoek ingesteld en er heeft een reconstructie plaatsgevonden van de hierna te bespreken verfincidenten. Ing. Erik Roelofsen heeft als deskundige geluidsmetingen gedaan. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken.
Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht. De deskundige Erik Roelofsen en Viktor Brand hebben mondeling verslag uitgebracht.
Hierna is mondeling uitspraak gedaan.
Het conflict (artikel 14 lid 2 van het reglement)
Summiere omschrijving van het conflict.
Partijen wonen in het senioren appartementencomplex “Residentie Brouwhorst” in Helmond. Kort nadat Jan en Elly haar huurwoning had betrokken, kreeg zij al onenigheid met Peter, die daar met zijn echtgenote al woonde. Jan en Elly zegt dat zij door hem worden uitgescholden en bedreigd. Jan en Elly is niet de enige die bang is voor Peter. Ook buurman John heeft last van hem en heeft naar eigen zeggen door een duwactie van Peter zelfs een spierscheur opgelopen. Er zijn diverse aangiften bij de politie gedaan. Peter ontkent alle aantijgingen en stelt dat hijzelf juist degene is die geterroriseerd wordt door Jan en Elly en John. Jan en Elly en John hebben hem bespoten met een blauwe verfkleur waarbij zijn gezicht werd besmeurd en kleding beschadigd. De aangifte daarvan bij de politie loopt nog.
Bemiddeling door verhuurder heeft tot nu toe niets opgelost.
Vordering van Jan en Elly en John :
Vordering van Peter:
Usha, heeft te kennen gegeven die tegenvorderingen te onderschrijven.
Beoordeling van het geschil.
Vaststaande feiten.
De volgende feiten zijn voldoende komen vast te staan, omdat deze niet, dan wel onvoldoende zijn weersproken of door de bindend adviseur zelf zijn waargenomen.
“Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten en huisdieren, die zich vanwege huurder in, rondom of in de directe nabijheid van het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden. Fysiek of verbaal geweld, agressiviteit dan wel ander wangedag leidt tot passende (juridische) maatregelen jegens huurder, die kunnen leiden tot beëindiging van de huurovereenkomst”.
Inhoudelijke beoordeling
Gedwongen verhuizing
Voldoende bewezen is, dat Peter zich verbaal en door een agressieve houding veelvuldig dusdanig bedreigend heeft opgesteld, niet alleen tegen Jan en Elly en John , maar ook tegen andere bewoners van het flatcomplex, dat begrijpelijk is dat deze zich daardoor bedreigd en geïntimideerd hebben gevoeld, wat uiteraard ernstig afbreuk heeft gedaan aan hun woongenot. Dat is Peter ernstig aan te rekenen, temeer nu hij wat dat betreft al een voorgeschiedenis had in Eindhoven en ook het tegen hem aangespannen kort geding, hoewel ingetrokken, hem kennelijk niet heeft kunnen verleiden tot aanpassing van zijn gedrag. Gevreesd moet dan ook worden, dat hij doorgaat met het hiervoor bedoelde wangedrag. Van zelfinzicht in deze is niet gebleken, laat staan van de bereidheid tot verbetering.
Aan Peter moet wel worden toegegeven, dat hij zich nog nooit aantoonbaar fysiek gewelddadig heeft vergrepen aan zijn medebewoners. Tot nu toe is het gebleven bij verbaal geweld en een dreigende houding, waarbij wel moet worden aangetekend, dat Peter door zijn forse postuur ook al snel een extra dreigende indruk maakt, vooral op bejaarden, die nu eenmaal vaak in een seniorenflat worden aangetroffen.
Helaas moet ik vaststellen, dat Jan en Elly en John zich wél hebben schuldig gemaakt aan fysiek geweld tegen Peter. Elly is, kennelijk in een vlaag van verstandsverbijstering, verhaal gaan halen bij de voordeur van Peter, waar ze hem onverhoeds met een blauwe verfkleur heeft bespoten. Van zelfverdediging kan geen sprake zijn, al was het maar omdat zij de confrontatie met Peter toen bewust heeft opgezocht en kennelijk al rekening hield met een handgemeen, door de als verweermiddel bedoelde kleurspuitbus mee te nemen.
Ook John is op die manier in de fout gegaan door Peter met blauwe verf te bespuiten. Van zelfverdediging kan evenmin sprake zijn, nu John heel goed had kunnen wegrijden toen hij agressief werd aangesproken door Peter. Een acute dreiging met geweld, richting zijn vrouw of zichzelf, waaraan hij zich niet kon onttrekken, is in elk geval niet aannemelijk geworden.
Tenslotte heb ik zelf kunnen waarnemen, dat John zich vergreep aan de plantjes van Peter, door daarmee te gaan smijten tijdens mijn bezoek aan het complex.
Hoewel Jan en Elly en John zich wat dat betreft dus ook hebben misdragen, neem ik daarbij wel in aanmerking, dat een en ander niet kan worden losgezien van de voortdurende, verbale terreur die Peter (ook) tegenover hen heeft tentoongespreid.
Volstrekt duidelijk is geworden, dat in deze zaak geen sprake is van een gewone burenruzie, maar van een, voornamelijk door toedoen van Peter ontstane, explosieve situatie, die niet lang meer mag voortduren. Door zijn bemoeizuchtig, agressief en asociaal gedrag heeft Peter zich onmogelijk gemaakt in dit flatcomplex.
Peter (en daarmee ook Usha) kunnen daarom eigenlijk niet meer in hun woning blijven wonen. Maar nu het hier gaat om een fundamenteel recht, acht ik het, gelet op de aan deze uitspraak voorafgaande, naar zijn aard summiere procedure, onjuist om Peter zelf tot verhuizing te verplichten. Naar mijn mening hoort een dergelijke, zeer vergaande beslissing, immers in beginsel slechts genomen te worden door de gewone, burgerlijke rechter, na een met alle rechtswaarborgen omgeven bodemprocedure (liever geen kort geding dus, juist vanwege de daaraan verbonden procedurele beperkingen), eventueel met getuigenverhoren onder ede en de mogelijkheid van hoger beroep en cassatie. Daarom zal ik volstaan met de constatering, dat Peter naar mijn inschatting zal moeten verhuizen en laat ik het aan de verhuurder, WoonPartners, over om wat dit betreft haar verantwoordelijkheid te nemen en te zorgen dat Peter zijn woning, goedschiks of kwaadschiks, ook daadwerkelijk verlaat. Dat mogen Jan en Elly en John en andere zich bedreigd voelende bewoners juridisch gezien ook van haar verwachten. Peter wordt overigens dringend geadviseerd het niet tot een procedure te laten komen en zijn medewerking te verlenen aan een vrijwillige verhuizing.
Totdat het zover is, zal ik wel een aantal spelregels aan partijen opleggen, om te voorkomen dat de zaak opnieuw en/of verder escaleert. Die zijn niet vrijblijvend, maar worden van een boeteclausule voorzien. Een en ander zoals hierna bij de beslissing te bepalen.
Schadevergoedingen
Zowel Jan en Elly als John hebben zich schuldig gemaakt aan een als mishandeling aan te merken aantasting van de lichamelijke integriteit van Peter en aan vernieling. Nu daarvoor geen rechtens aanvaardbare rechtvaardigingsgrond kan worden gevonden, zullen zij de daardoor ontstane schade moeten vergoeden. Nu geen bewijsstukken zijn overgelegd voor de materiële schade, zal ik deze moeten schatten. Dat geldt ook voor de door Peter geleden immateriële schade. Ik zal de aldus te begroten schade echter matigen, vanwege de rol die Peter zelf heeft gespeeld.
De geleden materiële schade, besmeurd oud shirt en korte broek en inmiddels teruggezette plantjes: nihil.
De geleden immateriële schade (smartengeld) door Jan en Elly te vergoeden € 100,– en door John te vergoeden € 100,–.
Niet bewezen is, dat John is gevallen door toedoen van Peter, zodat deze daarvoor ook geen schadevergoeding hoeft te betalen.
Slotoverweging.
Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist en dat het (mogelijk) meer of anders gevorderde moet worden afgewezen.
B E S L I S S I N G
Vastgesteld wordt dat Peter zich dusdanig heeft misdragen, dat er in alle redelijkheid een einde zal moeten komen aan de huurovereenkomst tussen Peter met WoonPartners. Als Peter daartoe niet vrijwillig bereid blijkt, is het aan de verhuurder (WoonPartners) om dat, desnoods via de kantonrechter te bewerkstelligen. Indien WoonPartners wat dat betreft nalaat de nodige actie te ondernemen, staat het Jan en Elly en John vrij om WoonPartners daartoe door de kantonrechter te laten verplichten.
Tot aan de verhuizing van Peter gelden voor partijen in deze zaak met onmiddellijke ingang de volgende regels:
Door een partij verbeurde boetes gelden als hoofdelijke verplichting voor (echt)paren.
Elly en John worden ieder verplicht tot het betalen van een schadevergoeding van elk € 100,– aan Peter, en wel binnen drie weken na vandaag. Indien dan nog niet (geheel) is betaald, loopt daarover van rechtswege (geen aanmaning nodig) de wettelijke vertragingsrente vanaf vandaag.
Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M. Visser als bindend adviseur en mondeling uitgesproken te Helmond op 1 december 2021.
Deze schriftelijke uitwerking van het bindend advies is ondertekend door mr. Frank Visser als bindend adviseur en H.T. Walstra als secretaris op 6 december 2021.