Echte rechters!

by Mr Frank Visser | februari 7, 2022 | 0 Comments
Echte rechters!

Echte rechters.

Stel, een gezin met kinderen heeft voor veel geld een oude, voormalige loods gekocht. Die werd daarvóór twintig jaar lang bewoond door een oude heer, die naar een verzorgingshuis is vertrokken. Opeens meldt zich de gemeente. Daar is men er na twintig jaar achter gekomen, dat de loods volgens het bestemmingsplan als bijgebouw wordt aangemerkt, en helemaal niet als zelfstandige woning mag worden gebruikt. Dus wordt aangezegd, dat strijdige gebruik onmiddellijk te staken. Zo niet, dan volgen er forse dwangsommen. Een in alle haast ingeschakelde advocaat wijst de gemeente er vervolgens op, dat de onrechtmatige bewoning al meer dan 20 jaar heeft geduurd, zonder dat de gemeente ooit iets heeft ondernomen. De woning heeft een eigen huisnummer toegewezen gekregen en al die jaren zijn trouw alle gemeentelijke belastingen voor een woonhuis betaald. De gemeente geeft geen krimp. Ze is verplicht te handhaven.  Want dat vindt de Raad van State, onze hoogste bestuursrechter. Maar mag een gemeente daar dan meer dan twintig jaar mee wachten? Is dat dan niet verjaard? Helaas, aan verjaring doet de Raad van State niet, als het op handhaven aankomt. Dat hebben ze zelf bedacht, want ik kan die regel nergens vinden in de wet. We moeten het doen met de vaststelling: ‘Het enkele tijdsverloop is geen reden om van handhaving af te zien’.

Dit deugt natuurlijk niet.

Ten eerste, omdat de verjaring een universeel rechtsbeginsel is, dat overal ter wereld wordt toegepast. Het bestaat al sinds de Romeinen.  Het idee daarachter is, dat het recht zich na verloop van tijd moet aanpassen aan de feitelijke situatie. Je kunt niet eeuwig blijven huilen om echt of vermeend onrecht. Er komt een punt waarop je zegt: dat was het, nu gaan we door. Het rechtsbeginsel van de verjaring geldt voor het gehele recht, ook het bestuursrecht. De wetgever kan dat beginsel wel met zoveel woorden beperken of zelfs afschaffen, maar het slaat nergens op dat de Raad van State dat eigenmachtig doet.

Ten tweede, en dat weegt het zwaarste, omdat een rechter apert onrecht nooit mag sanctioneren. Hij mag zich in zo’n geval niet verschuilen achter de wet en zeker niet achter zijn eigen eerdere rechtspraak. En het is apert onrecht, om na meer dan twintig jaar plotseling te gaan handhaven tegen een nieuwe bewoner, die zich van geen kwaad bewust was. Bovendien, na twintig jaar stilzitten kon de gemeente toch moeilijk volhouden, dat het allemaal zo erg was, met die illegale bewoning.

Toen ik net begon als rechter, werd een zaak aan mij voorgelegd, waarin de eiser volgens de wet moest winnen. Het resultaat was echter zeer onrechtvaardig. Ik vroeg een oude rechter om raad.  Hij wist het antwoord: ‘Daar zijn echte rechters voor, jongeman. Om onrecht te voorkomen!’ Ik wist genoeg.

Al ver voor de toeslagenaffaire heb ik meermaals geroepen, dat in de Raad van State geen echte rechters zitten, omdat ze de overheid tegen de burgers beschermen en niet andersom. De menselijke maat was ze volstrekt vreemd. Die boutades werden genegeerd. Het was die televisierechter maar.

Gelukkig is het tij nu aan het keren. De Raad van State is ontmaskerd. Inmiddels lijkt de Raad doordrongen van de noodzaak zich meer als echte rechter te gaan gedragen. Ik heb echter weinig vertrouwen in het zelfreinigend vermogen van dit college. Bovendien, waarom worden zaken tussen de overheid en haar burgers niet door de gewone rechter behandeld? Met onze Hoge Raad als hoeder van het recht! Dan kan de Raad van State zich bezighouden met waar hij voor bedoeld is: advisering bij wetgeving.