Datum mondelinge uitspraak: 15 mei 2019
Plaats uitspraak: Spijkenisse
Bindend Advies.
In het geschil tussen:
Heidi en Robert
te Spijkenisse
verder te noemen: Heidi en Robert
tegen:
Jacob en Corrie
te Spijkenisse
verder te noemen Sjaak en Corrie,
gegeven door mr. F.M.Visser.
(Schriftelijke uitwerking ex artikel 14 lid 4 Reglement)
De procedure.
Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het ‘Reglement Bindend Advies Mr. Frank Visser doet uitspraak’, editie oktober 2018, te doen beslechten.
De vordering van Heidi en Robert is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. Daarin is ook een tegenvordering van Sjaak en Corrie opgenomen.
Mr. Frank Visser heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken.
Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 15 mei 2019, welke is gehouden te Spijkenisse.
Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.
Voorafgaande daaraan heeft mr. Frank Visser zich begeven naar de in deze procedure bedoelde percelen en heeft hij ook het verblijf van de haan bezichtigd. Daarbij was tevens aanwezig ing. Erik Roelofsen B.Sc als deskundige, die de nodige geluidsmetingen heeft verricht. Viktor Brand heeft daarnaast hand- en spandiensten verricht. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken.
Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht.
De deskundige heeft mondeling verslag uitgebracht.
Hierna is mondeling uitspraak gedaan.
De vordering van Heidi en Robert
Heidi en Robert vorderen, kort samengevat en voor zover thans van belang, dat de haan weg moet. Kan dat niet, dan willen zij dat de haan wordt opgehokt tot ongeveer 12 uur in de middag en wel in een geïsoleerd hok. Bovendien moeten Sjaak en Corrie gedurende de zomermaanden, dat zij in hun stacaravan verblijven, in Oudorp, de haan meenemen.
De tegenvordering van Sjaak en Corrie
Sjaak en Corrie vorderen, kort samengevat en voor zover thans van belang, dat de haan mag blijven.
Het conflict (artikel 14 lid 2 van het reglement).
Het conflict dat partijen verdeeld houdt laat zich kort samen gevat in de kern als volgt omschrijven.
Heidi en Robert wonen in Spijkenisse, aan de Schaffelaarweg X. Verderop in de straat wonen Sjaak en Corrie, op nummer X. Sjaak en Corrie houden een haan in de achtertuin. Het gekraai van die haan veroorzaakt stress en slapeloosheid bij Heidi en Robert, waarvan beide partners onregelmatige diensten draaien.
Beoordeling van het geschil.
Vaststaande feiten
Verslag van de deskundige
De geluidsdeskundige heeft, kort samengevat en voor zover thans van belang, het volgende laten weten.
Bij een uitgevoerde geluidstest bleek de haan soms wel 35 keer per 15 minuten te kraaien. Bij het hok werd circa 67 dB gemeten en bij het slaapkamerraam van Heidi en Robert, op de gevel, ongeveer 48 dB.
Het is juist, dat in de praktijk in zaken als deze vaak wordt aangeknoopt bij de zogenaamde Lamax-norm, die gedurende de dag (07.00 uur tot 19.00 uur) uitgaat van een maximale geluidsbelasting op de gevel van 70dB. In dit geval bestaat er echter aanleiding een lagere norm te hanteren, vanwege het in de vroege morgen vrijwel ontbreken van achtergrondgeluid en het feit dat het hier om zogenaamde piekgeluiden gaat.
Overigens heeft het isolatiewerk in het nachthok nauwelijks of geen resultaat gehad.
Inhoudelijke beoordeling van het conflict
Zoals ik ook zelf heb kunnen constateren, kun je de haan van Sjaak en Corrie in de slaapkamer van Heidi en Robert duidelijk horen, met name als het naar Sjaak en Corrie gerichte slaapkamerraam geopend is. Er is dus zeker sprake van enige hinder.
Van onrechtmatige hinder, zoals bedoeld in de artikelen 5.37 en 6.162 van het Burgerlijk Wetboek is echter pas sprake, wanneer deze hinder maatschappelijk als onrechtmatig moet worden aangemerkt.
Volgens vaste rechtspraak hangt het antwoord op de vraag, of daarvan sprake is, af van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor veroorzaakte schade, in verband met de verdere omstandigheden van het geval, waaronder de plaatselijke omstandigheden, de daarbij betrokken belangen en de mogelijkheid -mede gelet op de daaraan verbonden kosten- en de bereidheid om maatregelen te nemen die hinder en/of schade voorkomen of beperken.
Daarbij moet onmiddellijk worden opgemerkt, dat een louter subjectieve beleving van overlast nooit beslissend kan zijn. Bij toepassing van de onrecht-matigheidstoets moet zoveel mogelijk worden aangeknoopt bij objectieve factoren. In de rechtspraktijk wordt bij geluidsoverlast daarom vaak aangeknoopt bij de hiervoor genoemde Lamax-normen. Ik zal dat ook in dit geval doen. Toegepast op de door mij te beoordelen zaak stel ik vast, dat uit de gedane geluidstest niet blijkt, dat de hiervoor bedoelde norm is overschreden. Anders dan door de deskundige geadviseerd, zal ik die norm niet naar beneden bijstellen. De kracht van deze norm is nu juist gelegen in haar objectieve karakter, dat verloren gaat als daarop al te snel uitzonderingen worden gemaakt. De noodzaak daartoe is mij in dit geval niet gebleken.
Verder is nog komen vast te staan, dat Sjaak en Corrie genegen zijn gebleken de haan tot 09.00 uur in de morgen op te hokken en dat ze bereid zijn achter in hun tuin een nieuw, beter geluidsisolerend nachthok te bouwen. Dit met een grote ren, waardoor de haan niet meer vrij kan rondlopen en zo dicht in de buurt van de woning van Heidi en Robert kan komen. Voorts hebben Heidi en Robert bij gelegenheid van de hoorzitting erkend, dat ze al geruime tijd geen last meer hebben van gekraai in de vroege ochtend. Heidi en Robert hebben alleen nog overdag last van die haan.
De enkele omstandigheid dat Heidi en Robert nachtdiensten draaien, en gestoord worden door gekraai overdag, kan niet afdoen aan het voorgaande. Heidi en Robert kunnen en mogen niet van hun buren eisen, dat deze om die reden blijvend afzien van op zichzelf toegestane activiteiten die enige geluidsoverlast veroorzaken. Wel mag van Heidi en Robert worden verwacht, dat zij in de gegeven omstandigheden zelf de nodige maatregelen nemen, om te voorkomen dat ze overdag in hun slaap worden gestoord, bijvoorbeeld door het raam te sluiten en desnoods oordopjes te gebruiken.
Ook overigens zijn mij geen feiten of omstandigheden bekend, die zouden moeten leiden tot het oordeel, dat de geluidsoverlast onrechtmatig is.
Samenvattend kom ik tot het oordeel, dat de geconstateerde geluidshinder juridisch niet als onrechtmatig mag worden aangemerkt en dat de haan mag blijven.
Eindoverweging
Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist.
B E S L I S S I N G
Voor wat betreft de vordering en de tegenvordering.
De in deze procedure bedoelde haan mag blijven.
Het over en weer mogelijk meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M. Visser als bindend adviseur en mondeling uitgesproken te Spijkenisse op 15 mei 2019.
Deze schriftelijke uitwerking van het bindend advies is ondertekend door mr. Frank Visser als bindend adviseur en H.T Walstra als secretaris op 31 mei 2019.
H.T. Walstra Mr. F.M. Visser