Voer nooit mondeling verweer!

by Mr Frank Visser | april 25, 2019 | 0 Comments
Voer nooit mondeling verweer!

Mondeling verweer.

 

(deze column verscheen eerder in Plus Magazine)

De negentiende juli 2017 was het warm en vochtig in ons land.. Het KNMI gaf de code geel af, vanwege verwachte, zeer zware onweersbuien. Tussen de buien door haastte mevrouw Yilmaz[1] zich naar de rechtbank. Ze had een dagvaarding ontvangen om voor de kantonrechter te verschijnen. De ABN AMRO vorderde een bedrag van  ongeveer € 22.000 in hoofdsom plus nog een slordige € 6.000 aan rente.

Mevrouw was het daar niet mee eens. In 2005 hadden zij en haar ex-partner samen een flinke lening gesloten, waarop sindsdien trouw was afbetaald. Ook nadat haar partner was vertrokken, bleef mevrouw doorbetalen. Maar hoeveel ook werd afbetaald, de schuld werd nooit minder. Hoe kon dat nou? Mevrouw Yildiz was zogezegd alle overzicht kwijt en de bank kon of wilde geen duidelijkheid verschaffen. Bovendien kon mevrouw de aflossingen niet meer in haar eentje opbrengen. En nu wilde de bank alles ineens betaald zien!

Omdat het de eerste keer was, dat ze bij de rechter moest komen, had mevrouw Yildiz geen idee hoe het daar aan  toeging. In de dagvaarding stond, dat ze schriftelijk verweer kon voeren. Maar mondeling mocht ook. Dat laatste leek mevrouw wel zo prettig. Dat ze het aan de rechter zelf kon uitleggen.

Bij de rechtbank werd zij vriendelijk te woord gestaan door de kantonrechter. De tegenpartij was niet verschenen. ‘Omdat die schriftelijk procedeert,’ wist de rechter.  Dat was een tegenvaller. Vervolgens ging de rechter met mevrouw Yildaz in gesprek. Of het kon kloppen, dat ze zo’n grote schuld had aan de bank? Waarom betaalde ze niet? Waren er nog andere schulden?  Vervolgens gebeurde, wat ik in mijn praktijk als kantonrechter al zo vaak had zien gebeuren. Mevrouw begon in gebroken Nederlands een heel verhaal af te steken, waarin met name aandacht werd gevraagd voor het feit dat er al zo lang werd afbetaald en dat ze dat nu niet meer kon. Vervolgens was het aan de griffier, om dat hele verhaal samen te vatten in enkele volzinnen. Die begreep abusievelijk, dat mevrouw eigenlijk geen bezwaar maakte tegen de vordering zelf, wat in juridisch jargon als ‘erkenning’ wordt aangemerkt.

Letterlijk werd in het proces-verbaal de volgende tekst opgenomen:

Ik erken dat er een achterstand is van (ongeveer € 22.000 in hoofdsom). Deze kredietovereenkomst tussen mij en de eisende partij loopt al ongeveer 20 jaar en ben ik samen met mijn ex-partner aangegaan. De overeenkomst loopt nog steeds. Ik heb al veel afbetaald, maar de afgelopen tijd ben ik niet in staat geweest om de schuld verder af te lossen. Daarnaast heb ik ook veel andere schulden.’

Nu ben ik er niet bij geweest, maar ik acht het uitgesloten dat mevrouw deze precieze bewoordingen heeft gebruikt. De griffier schreef op, wat hij had begrepen. En kennelijk week dat niet af, van wat de kantonrechter had ervaren, want die wees de vordering van de bank volledig toe.  Omdat deze was erkend!

Mevrouw Yildaz voelde zich onbegrepen en wendde zich tot een advocaat.

Het door hem ingestelde hoger beroep bleek echter kansloos. Want de door de griffier opgeschreven erkenning van de vordering bleek een papieren werkelijkheid, waaraan niet meer getornd kon worden. Een gave erkenning ter terechtzitting kan namelijk in hoger beroep niet meer worden herroepen.

Welke les valt hieruit te trekken? Voer NOOIT en ik herhaal, NOOIT, mondeling verweer in een civiele zaak bij de kantonrechter. Voor je het weet wordt de kern van je verweer niet goed of onvoldoende begrepen door die arme griffier, die uw hele verhaal kort moet samenvatten. De tegenpartij, meestal een professionele organisatie, laat het mede daarom wel uit zijn hoofd om mondeling te procederen.

Alleen als de kantonrechter daarom vraagt, gaat u zelf naar de zitting.

Anders NIET.

[1] Naam is gefingeerd,