Datum mondelinge uitspraak: 9 oktober 2018 (Onder voorbehoud van mogelijke vergissingen en verschrijvingen)
Plaats uitspraak: Oostzaan
Bindend Advies.
In het geschil tussen:
Fritz
te: Zaandam
verder te noemen: Fritz,
tegen:
Appie
te: Zaandam
verder te noemen Appie,
bijgestaan door zijn echtgenote,
gegeven door mr. F.M. Visser.
(Schriftelijke uitwerking ex artikel 14 lid 4 Reglement)
De procedure.
Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het ‘Reglement Bindend Advies Mr. Frank Visser doet uitspraak’ editie oktober 2018 te doen beslechten.
De vordering van Fritz is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. Daarin is ook een tegenvordering van Appie opgenomen.
De eigenaar van het huis van Appie heeft de bindend advies overeenkomst mede ondertekend, waarmee hij zich heeft verbonden zich te zullen conformeren aan dit bindend advies.
Mr. Frank Visser heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken.
Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 9 oktober 2018, welke is gehouden te Zaandam.
Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.
Voorafgaande daaraan heeft mr. Frank Visser zich begeven naar de in deze procedure bedoelde percelen en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezichtigd. Daarbij was tevens aanwezig ing. Peter Borgers (de Huizenarts) als deskundige. De relevante grens tussen beide percelen is gereconstrueerd door het kadaster (landmeter M. Beyerbacht). Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken.
Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht.
De deskundige heeft mondeling verslag uitgebracht.
Hierna is mondeling uitspraak gedaan.
De vordering van Fritz.
Fritz vordert, zoals nader toegelicht tijdens het locatiebezoek en de hoorzitting, kort gezegd:
De tegenvordering van Appie.
Appie vordert, kort gezegd:
Het conflict (artikel 14 lid 2 van het reglement ).
Het conflict dat partijen verdeeld houdt laat zich in de kern, kort samengevat, als volgt omschrijven.
Partijen zijn al lange tijd elkaars buren. Inmiddels is de relatie echter bekoeld. Volgens Fritz zou Appie in het verleden zonder voorafgaande toestemming aan en rondom de woning van Fritz werkzaamheden hebben uitgevoerd, die bovendien ook nog eens slecht zijn uitgevoerd. Ook zou Appie veranderingen op het dak hebben aangebracht ten nadele van Fritz. Volgens Appie heeft hij altijd met volledige instemming van Fritz klusjes verricht aan en rondom diens huis. De onenigheid over dit alles heeft geleid tot een vechtpartij.
Beoordeling van het geschil.
Vaststaande feiten
In deze zaak zijn de volgende feiten voldoende komen vast te staan, omdat deze niet, dan wel onvoldoende zijn weersproken..
Verslag van de deskundige
De deskundige heeft, kort samengevat en voor zover thans van belang, het volgende laten weten.
De door Fritz ondervonden wateroverlast werd /of wordt veroorzaakt door de slechte staat van zijn goot aan de voorzijde. De door Appie aangebrachte veranderingen aan zijn eigen dak en goot zijn, evenals de aanhechting aan het huis van Fritz, technisch goed uitgevoerd. Weliswaar zijn inmiddels enige scheurtjes ontstaan, die kunnen leiden tot inwatering, maar daarvan kan alleen Appie zelf last ondervinden, niet Fritz. Verwijdering of aanpassing kan, al was het maar vanwege de staat van onderhoud van het dak en de goten van Fritz, alleen maar leiden tot lekkages. Ook de schoorsteen is goed en deugdelijk aangehecht. Naar zijn waarneming gaat het hier overigens om werkzaamheden die al lang geleden zijn uitgevoerd.
Kadastrale grensreconstructie
Uit de reconstructie van de kadastrale erfgrens, die bij gebrek aan betwisting wordt geacht overeen te stemmen met de werkelijke eigendomsverhoudingen, volgt dat zowel de schuur als de nieuwe schutting van Appie geheel op eigen grond zijn gebouwd. Dat geldt ook voor de restanten van de oorspronkelijke scheidsschutting, zij het dat die in het midden iets (5 centimeter) over de grens uitsteekt. De hiervoor onder 6. bedoelde schoorsteen tenslotte, staat evenals de gevel waaraan deze is aangehecht, precies tegen de erfgrens,
Inhoudelijke beoordeling van het conflict
Werkzaamheden aan de woning van Fritz.
Voldoende aannemelijk is geworden, dat de door Appie aan de woning van Fritz uitgevoerde werkzaamheden met (al dan niet stilzwijgende) instemming van Fritz zijn verricht. Was het anders, dan is het onverklaarbaar waarom Fritz daar nooit eerder over heeft geklaagd en evenmin, waarom Fritz daar (in elk geval deels) aan heeft meebetaald. Maar, ook al zou dat op onderdelen anders zijn, dan nog rechtvaardigt het tijdsverloop nu geen klachten meer.
Dat neemt niet weg, dat Fritz daarop kennelijk in de toekomst geen prijs meer stelt, zodat ik Appie zal verbieden voortaan nog werkzaamheden te verrichten aan de woning van Fritz.
Het nieuwe dak, de goten en de schoorsteen van Appie.
De veranderingen op het dak van Appie, waar Fritz nu over klaagt, zijn eveneens al decennia geleden aangebracht. In zoverre daarmee vanwege de aanhechting al inbreuk wordt gemaakt op de eigendomsrechten van Fritz heeft echter weer te gelden, dat het grote tijdsverloop aan het nu nog gedwongen ongedaan maken in de weg staat, Dit temeer, omdat een en ander technisch goed is uitgevoerd en Fritz daarvan geen enkele last heeft. Integendeel, het ongedaan maken brengt grote risico’s op lekkage mee, waar niemand bij is gebaat. Dat betekent, dat de huidige situatie niet onrechtmatig is en kan worden gehandhaafd.
Goot aan voorzijde van het huis van Fritz.
De goot aan de voorzijde van de woning van Fritz is inderdaad dringend aan vervanging toe, maar het is niet aan de rechter om Fritz daartoe te verplichten. Wel moet Fritz zorgen voor een eigen regenpijp en de bestaande noodafvoer op de regenpijp van Appie verwijderen.
De erfgrens achter.
Blijkens de kadastrale grensreconstructie, waarvan de juistheid onbetwist is gebleven, staat de nieuwe schuur van Appie, evenals een door hem nieuw geplaatst schuttingdeel, geheel op eigen grond. Die kunnen dus blijven staan.
Fritz op zijn beurt heeft toegezegd aan zijn kant een nieuwe schutting te zullen plaatsen, aan welke toezegging hij gehouden mag worden, zoals hierna bij de beslissing te bepalen.
De vechtpartij.
Achteraf is niet meer precies vast te stellen, of er over en weer klappen zijn uitgedeeld en zo ja, wie dan begonnen is. Vast staat echter wel, dat Fritz behoorlijk door Appie is geslagen. Dat betekent dat Fritz recht heeft op schadevergoeding in de vorm van smartengeld. Het enkele feit dat Fritz, door ten onrechte te blijven klagen over de schoorsteen, de woede van Appie heeft opgewekt, is onvoldoende voor matiging. Van zelfverdediging is evenmin sprake: Fritz zat of stond in zijn eigen deuropening en Appie had gewoon moeten doorlopen. Ik zal de hoogte van het smartengeld naar redelijkheid en billijkheid begroten op € 250,–.
Eindoverwegingen
Het in algemene bewoordingen vervatte zeur en klaagverbod komt mij weinig zinvol voor.
Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist.
Het over en weer meer of anders gevorderde moet worden afgewezen.
B E S L I S S I N G
Voor wat betreft de vordering en de tegenvordering.
Voor recht wordt verklaard, dat de door Appie bij de vernieuwing van zijn dak en goten aangebrachte veranderingen mogen blijven.
Appie wordt verboden om nog enige werkzaamheid uit te voeren aan de woning van Fritz. Doet Appie dat toch, dan verbeurt hij van rechtswege (geen aanmaning nodig) aan Fritz een onmiddellijk opeisbare boete van € 500,– per keer dat hij dat doet, met een maximum van € 5.000,–.
Appie wordt verplicht om binnen 3 maanden na vandaag aan Fritz te betalen de somma van € 250,– . Bij niet of niet tijdige betaling is daarover de wettelijke rente verschuldigd vanaf vandaag (geen aanmaning nodig).
Fritz moet binnen drie maanden na vandaag de volgende werkzaamheden hebben uitgevoerd en voltooid:
Voldoet Fritz niet binnen de hiervoor gestelde termijn aan al deze verplichtingen, dan verbeurt hij van rechtswege (geen aanmaning nodig) aan Appie een onmiddellijk opeisbare boete van € 50,– per dag dat hij daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 5.000,–.
Het over en weer mogelijk meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M. Visser als bindend adviseur en mondeling uitgesproken te Oostzaan op 9 oktober 2018.
Deze schriftelijke uitwerking van het bindend advies is ondertekend door mr. Frank Visser als bindend adviseur en H.T. Walstra als secretaris op 16 oktober 2018.
H.T. Walstra Mr. F.M. Visser