VOLLEDIGE UITSPRAAK BEVERWIJK

by Mr Frank Visser | december 3, 2018 | 0 Comments
VOLLEDIGE UITSPRAAK BEVERWIJK

Datum mondelinge uitspraak: Heemskerk  (Onder voorbehoud van mogelijke vergissingen en verschrijvingen)

Plaats uitspraak: 31 oktober 2018

Bindend Advies.

In het geschil tussen:

Branka

verder te noemen XX,

en

  1. Marcel
  2. Jeanette

verder te noemen XX,

gegeven door mr. F.M.Visser.

(Schriftelijke uitwerking ex artikel 14 lid 4 Reglement)

De procedure.

Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het ‘Reglement Bindend Advies Mr. Frank Visser doet uitspraak’ editie oktober 2018 te doen beslechten.

De vordering van Branka is opgenomen in de bindend advies overeen­komst. Daarin is ook een tegenvordering van Marcel & Jeanette opgenomen.

Mr. Frank Visser heeft kennis genomen van alle door par­tij­en overgelegde stukken.

Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 31 oktober 2018, welke is gehouden te Heemskerk.

Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.

Voorafgaande daaraan heeft mr. Frank Visser zich begeven naar de in deze procedure bedoelde achtertuinen en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezich­tigd. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken.

Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toege­licht.

Hierna is mondeling uitspraak gedaan.

Vordering van Branka:

Branka vordert, kort samengevat, ophoging van de gehele schutting tot 1.80 meter hoog en verder dat Marcel & Jeanette wordt verplicht de verwijderde tegels in oude staat terug te leggen. Mocht worden geoordeeld, dat de huidige schutting niet deugdelijk is en dat Branka zelf een nieuwe schutting moet plaatsen, dan vordert zij terugbetaling van het door haar al betaalde bedrag van € 270,–.

Vordering van Marcel & Jeanette:

Marcel en Jeanette vorderen, kort samengevat, een verklaring voor recht dat de bestaande schutting mag blijven staan zoals hij nu is. Mocht echter worden geoordeeld, dat de huidige schutting niet deugdelijk is, dan vorderen Marcel en Jeanette dat Branka geheel op eigen kosten een nieuwe schutting op eigen grond plaatst.

Vaststaande feiten.

 De volgende feiten zijn als niet, dan wel onvoldoende betwist, dan wel als door de bindend adviseur zelf waargenomen, voldoende komen vast te staan.

  1. Branka is eigenaar van het woonhuis met ondergrond, schuur, voor- en achtertuin en gedeelde poort, staande en gelegen te Beverwijk aan de X, kadastraal bekend als X sectie X nummer X.
  2. Marcel en Jeanette zijn eigenaar van het naastgelegen woonhuis met ondergrond, schuur, voor- en achtertuin en gedeelde poort, staande en gelegen te Beverwijk aan de X, kadastraal bekend als X sectie X nummer X.
  3. De erfafscheiding tussen de beide achtertuinen bestaat thans uit drie delen, vanuit de woningen gezien, achtereenvolgens, een kunststofschutting van ongeveer 1.85 meter hoog, een kunststofschutting van ongeveer 1.10 meter hoog en een betonnen schutting van ongeveer 1.90 meter hoog.
  4. De hiervoor bedoelde lage schutting is in de plaats gekomen van een laag hekwerk. Omdat laatstgenoemd hekwerk wegens rotting moest worden vervangen, zijn partijen daarover met elkaar in gesprek gegaan over vervanging. Van de kant van Branka is aangedrongen op een schutting van ongeveer 1.80 meter hoog, maar van de kant van Marcel en Jeanette is aangegeven, dat dit onbespreekbaar was.
  5. Uiteindelijk is afgesproken dat Marcel en Jeanete het bestaande hekwerk zou verwijderen en een nieuwe erfafscheiding zou kopen en plaatsen. Dat is gebeurd, en wel een schutting van ongeveer 1.10 meter hoog. Branka heeft daaraan voor een bedrag groot € 270,– meebetaald. Na plaatsing heeft Branka daartegen niet geprotesteerd of anderszins laten blijken, dat dit niet de bedoeling was.
  6. In verband met deze plaatsing moest vooraf een boom uit de achtertuin van Branka worden verwijderd. Dat hebben Marcel en Jeanette gedaan met een door Marinkovic gekochte kettingzaag. Daarbij zijn enige tegels verwijderd, maar niet teruggelegd.

Het conflict (artikel 14 lid 2 van het reglement ).

Het conflict dat partijen verdeeld houdt laat zich kort samengevat als volgt omschrijven.

Partijen verschillen in de kern van mening over de vraag, of Branka genoegen moet nemen met de geplaatste lage erfafscheiding, of dat zij recht heeft op een erfafscheiding van 1.80 meter hoog. Ook verschillen zij van mening over de vraag, wie de hiervoor bedoelde tegels moet terugleggen.

Beoordeling van het geschil.

De tegels.

Bij gelegenheid van het locatiebezoek zijn de tegels door Viktor Brand en de heer Marcel teruggelegd. Branka heeft gezegd daarmee genoegen te nemen, waarmee dit onderdeel van de vordering als ingetrokken mag worden beschouwd.

De erfafscheiding.

 Voorop gesteld moet worden, dat Branka, volgens het bepaalde in artikel 5.49 van het Burgerlijk Wetboek, in beginsel recht heeft op een schutting van maximaal twee meter hoog, over de volle lengte van de erfgrens tussen de achtertuinen van partijen, alles op gezamenlijke kosten.

Daaraan staat echter niet in de weg, dat buren mogen afspreken om een lagere erfafscheiding te plaatsen. Is die keuze eenmaal gemaakt, dan zijn beide buren daaraan in zoverre gebonden, dat de buur die alsnog een hogere schutting op de erfgrens wil, die zelf moet plaatsen en betalen. Ook zal de buur, die zich bedacht heeft, de door de andere buur voor de lagere erfafscheiding gemaakte kosten, aan laatstgenoemde moeten vergoeden. Van terugbetaling van de eigen bijdrage aan de lage erfafscheiding kan daarbij natuurlijk geen sprake zijn.

Naar mijn oordeel mochten Marcel en Jeanette er onder de gegeven omstandigheden in redelijkheid op vertrouwen, dat Branka inderdaad, al was het maar stilzwijgend, akkoord ging met plaatsing van de lage schutting. Was het anders, dan is niet goed verklaarbaar, waarom Branka niet eerder heeft geprotesteerd tegen de geplaatste lage erfafscheiding en daarover meer dan zes maanden lang heeft gezwegen.

Eindoverweging

Het voorgaande leidt tot de conclusie, dat Branka desgewenst zelf, geheel op eigen kosten, de door Marcel en Jeanette geplaatste lage schutting op de erfgrens mag vervangen door een schutting van maximaal 2 meter hoog. Verder zal Branka aan Marcel en Jeanette een bedrag groot € 270,– moeten vergoeden, dat door Marcel en Jeanette achteraf gezien, door toedoen van Branka, onnodig aan de lage schutting is besteed.

Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist.

 

B E S L I S S I N G

Voor wat betreft de vordering en de tegenvordering.

Voor recht wordt verklaard, dat het Branka vrij staat de in deze procedure bedoelde lage schutting, geheel op eigen kosten, te vervangen door een schutting van maximaal 2 meter hoog.

Marcel en Jeanette worden verplicht een en ander te gehengen en te gedogen, waaronder begrepen het verschaffen van toegang tot zijn achtertuin indien dat nodig is voor het uitvoeren van de werkzaamheden.

Branka wordt verplicht om binnen twee weken na de vervanging van de lage schutting een bedrag groot € 270,– aan Marcel en Jeanette te betalen.

Indien niet tijdig wordt betaald, loopt daarover van rechtswege (geen aanmaning nodig) de wettelijke rente, te berekenen vanaf vandaag tot aan de dag van algehele voldoening.

Het over en weer (mogelijk) meer of anders gevorderde wordt afgewezen.

Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als bindend adviseur en mondeling uitgespro­ken te Heemskerk op 31 oktober 2018.

Deze schriftelijke uitwerking van het bindend advies is ondertekend door mr. Frank Visser als bindend adviseur en H.T. Walstra als secretaris op 8 november 2018.

H.T. Walstra                                                                            Mr. F.M. Visser