Een lening met een juridisch staartje

by Mr Frank Visser | mei 15, 2018 | 0 Comments
Een lening met een juridisch staartje

Een lening met een juridisch staartje.

Eerder verschenen als column in Plus Magazine

Leen en Nico hadden samen een timmerbedrijf. Ooit begonnen door hun overgrootvader. Werk zat, daar niet om, maar toch ging het slecht met het bedrijf. Opdrachtgevers die failliet gingen, klanten die bleven afpingelen op de prijs. Een werknemer die door zijn rug was gegaan, maar wel een tijd moest worden doorbetaald. ‘De crisis’, zei de accountant. ‘Nog even volhouden.’ Die tijd werd hun echter niet gegund. Op een gegeven ogenblik stond het water ze financieel aan de lippen. Deurwaarders verdrongen zich voor het pand. ‘Betalen, betalen,’ riepen ze in koor. De totale schuldenlast was opgelopen tot een slordige € 60.000. Dat geld was er gewoon niet. Een faillissement oogde onafwendbaar.

 

Maar toen de nood het hoogst was, bleek de redding nabij. Althans voorlopig. Bouwbedrijf Fransen B.V. wilde hen wel uit de brand helpen. Fransen nam de klanten van Leen en Nico over voor € 20.000 aan goodwill. De resterende € 40.000 aan schuld wilde Fransen wel voorschieten, zodat de twee broers weer met een schone lei konden beginnen. Dat wil zeggen bij Fransen, want die wilde deze bekwame timmerlieden graag in dienst nemen. Daar was het hem uiteindelijk om te doen, om de broers en om hun klanten.

 

Zo gezegd zo gedaan. Natuurlijk moesten beide broers de voorgeschoten € 40.000 uiteindelijk wel een keertje terugbetalen. Afgesproken werd, dat zij dit zouden doen, door verrekening met door hen voor Fransen te werken overuren. Dat werd zo op papier gezet en ondertekend. Met een beetje geluk zou de lening op die manier in een paar jaar tijd afbetaald zijn.

 

Helaas sloeg de crisis ook toe voor Fransen BV. Na een paar maanden was er zo weinig werk, dat Fransen zich genoodzaakt zag Leen en Nico te ontslaan. ‘Wegens bedrijfseconomische redenen,’ zogezegd. Daar was geen speld tussen te krijgen, maar u voelt het probleem al aankomen. Hoe moest het nu verder met die lening van € 40.000, waar nog niets op was afgelost? ‘Ik geef jullie dat geld niet cadeau,’ wist Fransen. ‘Dus graag even nu terugbetalen?’  De broers vonden dat geen redelijk voorstel, want zo was het niet afgesproken. Toen ook een incassobureau hen niet op andere gedachten kon brengen, volgde een rechtszaak.

 

In eerste aanleg ging de rechtbank met Fransen mee. ‘Een lening moet nu eenmaal worden terugbetaald,’ meende de rechtbank. ‘Als dat niet via te verrekenen overwerkuren kan, dan moet het maar gewoon in geld gebeuren. In hoger beroep keerden de kansen. Het gerechtshof ging ervan uit, dat het voor rekening en risico van Fransen kwam, dat de oorspronkelijk afgesproken terugbetalingsregeling niet kon worden nagekomen. Daar konden Leen en Nico niets aan doen. Als ze niet waren ontslagen, was er niets aan de hand geweest! De vordering van Fransen werd alsnog afgewezen.

 

De Hoge Raad, waar Fransen nog zijn beklag kwam doen, liet de beslissing van het gerechtshof in stand. Eind van het liedje was, dat Leen en Nico van de lening waren verlost en dat Fransen naar zijn centen kon fluiten.

 

Is deze uitslag eerlijk? Daar kun je over twisten. Voor beide standpunten was wel iets te zeggen. Maar de rechter mocht slechts één partij in het gelijk stellen. Dat is nu eenmaal het risico van een proces. Een zogenaamd bemiddelend vonnis, waarbij het gelijk in het midden wordt gelaten, is in ons land niet toegestaan.

 

Daarom is het altijd verstandig vóóraf te onderzoeken, of in plaats van een proces een minnelijke regeling kan worden bereikt. Want je kunt nu wel denken, dat je gelijk hebt, en misschien is dat ook zo, maar iedereen weet, dat gelijk krijgen de kunst is.