Geld stinkt niet.
Eerder verschenen als column in Plus Magazine
‘Pecunia non olet’, oftewel geld stinkt niet. heette het in het oude Rome, toen iemand op het idee kwam de afvoer van fecaliën te gaan belasten. Die wijsheid geldt nog steeds. Het doortrekken van de WC kan al sinds mensenheugenis niet gratis geschieden.
In hun niet aflatende honger naar financiële middelen hebben gemeentes zich de afgelopen jaren echter gestort op uitbreiding van de gronden van deze sinds oudsher bestaande rioolheffing. Natuurlijk moet er nog steeds betaald worden voor het afvalwater, dat vanuit uw keuken, WC en doucheputje richting gemeentelijk riool afvloeit. Maar dat is niet genoeg. Het is nooit genoeg! Temeer omdat gemeentes het riooltarief niet tot in het eindeloze kunnen blijven opschroeven. En wat doe je dan als gemeente? Juist, zoeken naar nieuwe klanten. Dan ga je ook gebouwen en percelen belasten, die helemaal geen directe aansluiting hebben op het gemeentelijk riool. Mag dat? Ja, dat mag van de belastingrechter, als het maar duidelijk in de gemeentelijke rioolverordening staat geschreven.
Zo kregen vele eigenaren van een losstaande garagebox een aanslag rioolheffing, omdat hemelwater vanaf het garage-dak, via de straat, het gemeentelijke riool instroomde. Daar waren deze eigenaren natuurlijk niet blij mee, maar betalen moesten ze. Een gedupeerde meldde zich bij mij in het programma Recht in de Regio en ik moest hem vertellen, dat verzet zinloos was. Dat de gemeente in zijn ‘recht’ stond. Ook al had geen zinnig mens dit kunnen bedenken. In dat verband heb ik toen geopperd, om dragers van een paraplu of van een hoed eveneens te gaan belasten. Want reken maar, dat die indirect het nodige hemelwater op het riool lozen!
Nog erger werd het, toen zelfs eigenaren van losse stukken grond een aanslag kregen gepresenteerd. Want van die gronden stroomde het regenwater zomaar, kosteloos, de openbare weg op, richting gemeentelijke straatkolken! ‘Betalen dus!’ riep de gemeente. ‘Te gek voor woorden,’ antwoordden de eigenaren. Maar laatstgenoemden vingen bot bij de rechter, toen ze zich daar gingen beklagen. ‘En als mijn regenwater nu eens niet de weg op stroomt, maar richting sloot,’ opperde een aangeslagene. Dan nog moest hij volgens de gemeente betalen. Waarom dan? Omdat hij als ‘gebruiker’ ‘belang had bij nakoming van gemeentelijke zorgplichten.’ En die konden uiteraard niet kosteloos worden nagekomen. Want wie is uiteindelijk verantwoordelijk voor handhaving van het waterpeil en rondom een in de gemeente gelegen perceel grond? Juist, de gemeente….
Maar er zijn uitzonderingen. Zo maakte de eigenaar van een perceel grasland in de gemeente Scherpenzeel met succes bezwaar tegen de hem als gebruiker opgelegde aanslag rioolheffing. De naast zijn perceel gelegen sloot was immers helemaal niet van de gemeente, maar van het waterschap en was verbonden met andere watergangen van het waterschap. Verder lag zijn perceel maar liefst 30 centimeter lager dan de openbare weg, zodat daarvandaan, volgens algemeen aanvaarde wetten der fysica, geen water naar de weg kon afstromen. De gemeente probeerde nog het tegendeel te betogen, maar kon of wilde dat niet hard maken. Dus koos de rechtbank voor de lezing van de grondeigenaar. Die won uiteindelijk het proces. Gejuich in de boerenhoeve van de winnaar, dat spreekt. Voor al het werk, dat hij en zijn zoon aan de zaak hadden besteed, kreeg hij maar liefst (sic!) € 100,– vergoed, plus twee treinkaartjes tweede klasse!
Boffen! Je moet het er maar voor over hebben!
Deze overwinning blijft natuurlijk uitzonderlijk. Een zwaluw, die zeker geen juridische zomer aankondigt. Vooralsnog legt de rechter de gemeentes in de regel geen strobreed in de weg, bij het verder oprekken van de gronden voor het opleggen van een aanslag in de rioolbelasting.
Maar dat zal u niet verbazen. Want uw belangrijkste taak in het leven is nu eenmaal belasting betalen.