Datum mondelinge uitspraak: 12 september 2017
(onder voorbehoud van mogelijke vergissingen en verschrijvingen)
Plaats uitspraak: Assendelft
Bindend Advies.
In het geschil tussen:
te: Assendelft
verder te noemen: Familie Winter,
tegen:
te: Assendelft
verder te noemen Familie Keijzer.
gegeven door mr. F.M.Visser.
(Schriftelijke uitwerking ex artikel 14 lid 4 Reglement)
De procedure.
Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het ‘Reglement Bindend Advies Mr. Frank Visser doet uitspraak’ editie november 2015 te doen beslechten.
De vordering van Familie Winter is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. Daarin is ook een tegenvordering van Familie Keijzer opgenomen.
Mr. Frank Visser heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken.
Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 12 september 2017, welke is gehouden te Assendelft.
Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.
Voorafgaande daaraan heeft mr. Frank Visser zich begeven naar de in deze procedure bedoelde percelen en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezichtigd. De relevante perceelgrens is gereconstrueerd door het kadaster (landmeter M. Dozij). Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken.
Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht.
Als informant is gehoord G. Stam.
Hierna is mondeling uitspraak gedaan.
De vordering van Familie Winter.
Zoals bij gelegenheid van het locatiebezoek en de hoorzitting nader toegelicht, vordert Familie Winter, kort gezegd, een verklaring voor recht, dat Familie Keijzer de kadastrale erfgrens tussen de percelen van partijen moet respecteren en dat Familie Keijzer al haar hekwerken en schuttingen op eigen grond moet plaatsen.
De tegenvordering van Familie Keijzer.
Zoals bij gelegenheid van het locatiebezoek en de hoorzitting nader toegelicht wil Familie Keijzer, kort gezegd, primair dat alles blijft staan. Voor het geval toch erfafscheidingen verplaatst moeten worden zullen deze subsidiair op de kadastrale erfgrens moeten worden geplaatst en zal Familie Winter daaraan voor de helft moeten meebetalen.
Beoordeling van het geschil.
Vaststaande feiten.
In deze procedure mag worden uitgegaan van de volgende, vaststaande feiten.
De kadastrale erfgrens.
Gesteld noch gebleken is dat de door het kadaster bij het locatiebezoek gereconstrueerde grens tussen beide percelen, die overigens niet afwijkt van de hiervoor onder 4. bedoelde reconstructie, niet zou overeenkomen met de werkelijke eigendomsverhoudingen. Dat betekent dat deze grens inderdaad door beide partijen als juist moet worden gerespecteerd.
Hekwerken.
Daaruit volgt om te beginnen, dat Familie Winter geen genoegen hoeft te nemen met de door Familie Keijzer over de erfgrens geplaatste hekken en schuttingen. Deze moeten dan ook door Familie Keijzer worden verwijderd.
Volgens artikel 5.48 van het Burgerlijk Wetboek mag Familie Keijzer natuurlijk wel haar perceel met hekwerken afzetten. Die hekken moeten eigenlijk op eigen grond, tegen de erfgrens worden geplaatst. Dat is echter een puur theoretische kwestie, nu niemand natuurlijk op de millimeter nauwkeurig kan bouwen en met het blote oog het verschil tussen tegen de erfgrens en op de erfgrens niet waarneembaar is. Om nieuwe conflicten over millimeters te voorkomen, zal ik daarom bepalen, dat die hekwerken ook op de erfgrens mogen worden geplaatst. Daaraan hoeft Familie Winter in elk geval niet mee te betalen, want het zijn de hekken van Familie Keijzer.
Ter informatie aan partijen wordt daar ten overvloede nog het volgende aan toegevoegd. Volgens artikel 5.38 van het Burgerlijk Wetboek wordt een vrijstaand hek tussen twee percelen vermoed de grens tussen beide percelen aan te geven. Dat geeft partijen dus wel de nodige zekerheid voor de toekomst.
Echter, een dergelijk vrijstaand hek wordt volgens artikel 5.62 van het Burgerlijk Wetboek van rechtswege mandelig en dus gemeenschappelijk eigendom, ongeacht wie dat hek heeft geplaatst en/of betaald. Als Familie Keijzer dat niet wil, kan zij dus besluiten dat hek een stuk op eigen grond terug te plaatsen.
Schuttingen
Volgens het bepaalde in artikel 5.49 van het Burgerlijk Wetboek heeft Familie Keijzer recht op een schutting op de erfgrens tussen beide binnen de bebouwde kom gelegen erven. Deze schutting moet door beide partijen voor de helft worden betaald.
Voor wat betreft de bestaande schutting aan de voorkant, kan deze op de erfgrens worden herplaatst. Ik zal de daarvoor door Familie Winter te betalen bijdrage, op redelijkheidsgronden, echter wegstrepen tegen de kosten die Familie Winter inmiddels heeft gemaakt voor de hiervoor onder 4. bedoelde kadastrale meting.
Voor wat betreft de voorgenomen bamboe schutting aan de achterzijde wordt het volgende overwogen. De wet gaat ervan uit, dat buren in onderling overleg bepalen hoe die schutting eruit moet zien. Ik stel vast, dat dit overleg er is geweest en dat Familie Winter op zichzelf geen bezwaar had noch heeft tegen de inmiddels gekochte bamboe schutting. Familie Keijzer mag deze schutting dus op de erfgrens plaatsen en Familie Winter moet daaraan voor de helft, te weten voor € 700,– meebetalen.
Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist.
B E S L I S S I N G
Voor wat betreft de vordering en de tegenvordering.
Voor recht wordt verklaard dat de door het kadaster gereconstrueerde grens tussen de percelen Gemeente Assendelft sectie N 329 en 330 overeenkomt met de werkelijke eigendomsverhoudingen en dat beide partijen deze grens moeten respecteren.
Familie Keijzer wordt verplicht om al haar hekwerken en schuttingen, voor zover deze over de erfgrens staan geplaatst, binnen 3 maanden na vandaag te verwijderen en verwijderd te houden. Indien Familie Keijzer dat niet, of niet tijdig doet, verbeurt zij van rechtswege (geen aanmaning nodig) aan Familie Winter een boete van € 50,– per dag met een maximum van € 5.000.
Familie Keijzer wordt gemachtigd om haar perceel aan de zijde van Familie Winter op eigen kosten af te sluiten met hekwerken naar keuze, welke op of tegen de erfgrens mogen worden geplaatst.
Familie Keijzer wordt gemachtigd om de bestaande schutting aan de voorzijde, die moet worden verwijderd, op eigen kosten op de erfgrens te (her)plaatsen en om aan de achterzijde op de erfgrens een nieuwe bamboeschutting te plaatsen.
Familie Winter wordt verplicht om binnen twee weken na plaatsing van de bamboeschutting aan Familie Keijzer te betalen de somma van € 700,–. Bij niet tijdige betaling loopt daarover de wettelijke rente, te berekenen vanaf vandaag.
Het over en weer mogelijk meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M. Visser als bindend adviseur en mondeling uitgesproken te Assendelft op 12 september 2017.
Deze schriftelijke uitwerking van het bindend advies is ondertekend door mr. Frank Visser als bindend adviseur en mr. S. Terstegge als secretaris op 15 september 2017.
Mr. S. Terstegge Mr. F.M. Visser