Volledige uitspraak Rotterdam

by Mr Frank Visser | oktober 17, 2017 | 0 Comments
Volledige uitspraak Rotterdam

Datum mondelinge uitspraak: 22 augustus 2017

Plaats uitspraak: Rotterdam

(onder voorbehoud van mogelijke vergissingen en verschrijvingen)

Bindend Advies.

In het geschil tussen

Figueiras Gonzalez

te: Rotterdam

verder te noemen: Gonzalez,

 

tegen:

 

R.A.A. Hokstam

te: Rotterdam

verder te noemen Hokstam.

gegeven door mr. F.M.Visser.

(Schriftelijke uitwerking ex artikel 14 lid 4 Reglement)

De procedure.

Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het ‘Reglement Bindend Advies Mr. Frank Visser doet uitspraak’ editie november 2015 te doen beslechten.

De vordering van Gonzalez is opgenomen in de bindend advies overeen­komst. Daarin is ook een tegenvordering van Hokstam opgenomen.

Mr. Frank Visser heeft kennis genomen van alle door par­tij­en overgelegde stukken.

Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 22 augustus 2017, welke is gehouden te Rotterdam.

Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.

Voorafgaande daaraan heeft mr. Frank Visser zich begeven naar de woning van Gonzalez en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezich­tigd. Daarbij was tevens aanwezig ing. Erik Roelofsen B.Sc als deskundige, die geluidsmetingen heeft gedaan, zowel in de woning van Gonzalez als in de woning van Hokstam. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken.

Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toege­licht.

De deskundige heeft mondeling verslag uitgebracht.

Hierna is mondeling uitspraak gedaan.

De vordering van Gonzalez.

Gonzalez vordert, kort gezegd, dat Hokstam wordt verplicht een einde te maken  aan de door Gonzalez ondervonden geluids- en stankoverlast (wiet) en dat het Hokstam wordt verboden troep te gooien op het balkon van Gonzalez.

De tegenvordering vordering van Hokstam.

Hokstam vordert, kort gezegd, dat Gonzalez moet ophouden met klagen over Hokstam, zowel bij Hokstam zelf als bij derden, zoals de politie en de verhuurder. Hokstam wil met rust worden gelaten. Gonzalez mag alleen nog groeten, verder niets.

Beoordeling van het geschil.

Vaststaande feiten.

 In deze procedure mag van de volgende feiten worden uitgegaan.

  1. Gonzalez huurt met ingang van 1 maart 1997 de flatwoning aan de Isaac Hubertstraat 6b. Hokstam huurt met ingang van 4 juli 2013 de daarboven gelegen flatwoning aan de Isaac Hubertstraat 6c. Beide woningen worden (thans) verhuurd door Stichting Havensteder.
  2. Zowel in de door Havensteder als door de vorige verhuurder Patrimoniums Woningstichting gehanteerde huurvoorwaarden is het verboden om hinder en/of overlast te veroorzaken aan omwonenden.
  3. Vanaf voorjaar 2016 is Gonzalez bij de verhuurder gaan klagen over geluidsoverlast, veroorzaakt in en/ of rondom de woning van Hokstam. Het gaat kort samengevat om het voortdurend schuiven met meubels, het te harde geluid van de televisie en muziek, het laten vallen van dingen, het heen en weer lopen op hakken, het slaan met deuren, hard praten en gillen.
  4. De verhuurder heeft naar aanleiding van de klachten een onderzoek ingesteld. Eerst werden de zijburen van flat 4c als veroorzakers aangewezen, waarna deze plakviltjes onder hun meubilair hebben bevestigd. Omdat de klachten voortduurden heeft de verhuurder nader onderzoek gedaan (geluidsmetingen). Daaruit bleek, volgens de verhuurder, dat de geconstateerde geluiden waren aan te merken als ‘leef geluiden’ waarmee Gonzalez moest leven.
  5. Gonzalez is de door haar ervaren geluidshinder zo beu, dat zij geregeld met een stok tegen het plafond bonkt, als zij weer geluid hoort.

Inhoudelijke beoordeling.

Geluidsoverlast.

Voorop gesteld moet worden, dat niet iedere vorm van geluidsoverlast onrechtmatig is in de zin van de wet. Buren hebben in beginsel immers gewone leef geluiden van elkaar te dulden. Dat zijn geluiden die, bij normale bewoning, in redelijke mate rekening houdend met de buren, onvermijdelijk zijn. Kortom: buren hoeven niet de hele dag op hun tenen te lopen, maar onredelijke geluidsoverlast moet worden voorkomen. Geluidsoverlast die door eenvoudige ingrepen kan worden voorkomen of beperkt, wordt echter al gauw als onredelijk en daarom onrechtmatig aangemerkt.

Bij gelegenheid van het locatiebezoek heb ik zelf kunnen horen, dat het in de woning van Gonzalez hoorbaar is, als in de woning van Hokstam met stoelen wordt geschoven, dingen vallen of de televisie hard aanstaat. Er is geen sprake van enorm lawaai, maar wel van geluiden die, vooral in de avond en nacht, erg irritant kunnen worden.

De deskundige heeft wat dat betreft, kort samengevat en voor zover thans van belang, het volgende laten weten.

  • Het gaat hier om zeer gehorige woningen, vanwege de naar huidige maatstaven dunne verdiepingsvloeren.
  • De waargenomen geluidsoverdracht (vallende voorwerpen, schuivende stoelen) overschrijdt de in deze toepasselijke geluidsnormen met ongeveer 12dB.
  • De in de woning van Hokstam aanwezige, harde laminaatvloer is niet voorzien van een voldoende geluiddempende ondervloer. Gangbaar is een gecertificeerde ondervloer met een dempingsfactor van minimaal 10 dB. Als een dergelijke ondervloer alsnog wordt aangebracht, zal de door Gonzalez ondervonden overlast grotendeels zijn weggenomen.
  • Gonzalez kan ook zelf nog een geluiddempend plafond in haar woning aanbrengen, waardoor het nog stiller wordt. Helemaal stil zal het echter nooit worden.

Ik neem die bevindingen van de deskundige over en maak ze tot de mijne. Daaruit leid ik af, dat Hokstam weliswaar geen verwijt treft waar het zijn levenswijze betreft (geen herriemaker), maar dat hij tekort is geschoten in zijn verplichting om het doordringen van de door hem veroorzaakte, normale leefgeluiden in de woning van Gonzalez zoveel mogelijk te voorkomen. Naar huidige maatstaven mag van een flatbewoner immers in redelijkheid worden gevergd, dat hij een harde vloer voorziet van een voldoende geluiddempende ondervloer. Nu Hokstam dat niet heeft gedaan, zal hij dat alsnog moeten doen. Een en ander zoals hierna in de beslissing te bepalen.

Gonzalez op haar beurt, zal moeten stoppen met het bonken tegen het plafond. Daarmee veroorzaakt zij niet alleen overlast aan Hokstam, maar ook aan andere omwonenden.

Stankoverlast.

Hoewel is erkend dat Hokstam wiet rookt in zijn eigen woning is niet aannemelijk geworden, dat daardoor stankoverlast wordt veroorzaakt in de woning van Gonzalez, althans in het trappenhuis. Als er soms al een wietlucht in het trappenhuis hangt, dan kan die evengoed zijn veroorzaakt door daar wiet rokende jongeren. De beschuldiging van Gonzalez op dit punt in de richting van Hokstam is ongegrond.

Rommel op het balkon.

Door Hokstam is betwist dat hij rommel heeft gegooid op het balkon van Gonzalez. Nu Gonzalez haar beschuldigingen ook op dit punt op geen enkele manier aannemelijk heeft gemaakt, moet dit onderdeel van de vordering eveneens worden afgewezen.

Klaagverbod.

Hoewel Gonzalez wat betreft de geluidsoverlast in het gelijk wordt gesteld, moet worden vastgesteld, dat Hokstam op dit punt volstrekt te goeder trouw was. De verhuurder heeft zijn vloer immers gecontroleerd en goedgekeurd. Dat de verhuurder dat fout heeft gedaan, kon hij niet helpen.

Uit het klaaggedrag van Gonzalez blijkt echter, dat zij Hokstam van alles en nog wat kwalijk neemt, zonder dat daarvoor enige grond blijkt te bestaan. Door dat klaaggedrag trekt zij een zware wissel op het privéleven van Hokstam. Ik ben het dan ook met Hokstam eens, dat Gonzalez daarmee moet ophouden.

Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist.

B E S L I S S I N G

Voor wat betreft de vordering en de tegenvordering.

Hokstam wordt verplicht om binnen 3 maanden na vandaag de laminaatvloer(en) in zijn woning te voorzien van een gecertificeerde, voldoende (minimaal 10 dB) geluidsisolerende ondervloer. Indien Hokstam dat niet, of niet goed doet, verbeurt hij van rechtswege (geen aanmaning nodig) aan Gonzalez een boete van €25 per dag dat hij daarmee in gebreke is en blijft met een maximum van €5.000.

Gonzalez wordt met onmiddellijke ingang verboden om tegen het plafond van haar woning te bonken en om nog bij Hokstam zelf, of bij derden, te klagen over het (woon)gedrag van Hokstam. Elke keer dat Gonzalez deze verboden, of één daarvan, mocht overtreden verbeurt zij van rechtswege (geen aanmaning nodig) een boete van € 25 aan Hokstam, met een maximum van € 5.000.

Het over en weer mogelijk meer of anders gevorderde wordt afgewezen.

Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als bindend adviseur en mondeling uitgespro­ken te Rotterdam op 22 augustus 2017.

Deze schriftelijke uitwerking van het bindend advies is ondertekend door mr. Frank Visser als bindend adviseur en mr. S. Terstegge als secretaris op  .

Mr. S. Terstegge                                                                              Mr. F.M. Visser