Volledige uitspraak Hattem

by Mr Frank Visser | maart 16, 2017 | 0 Comments

      (Onder voorbehoud van mogelijke fouten en verschrijvingen )

 

 Mr. Frank Visser doet uitspraak

 

Datum mondelinge uitspraak: 29 november 2016

Plaats uitspraak: Hattem

 

 

Bindend Advies.

 

 

In het geschil tussen:

 

  1. Liza Groos
  2. Hermien de Weerdt

te: Hattem

verder te noemen: Groos en De Weerdt,

 

tegen:

 

Janny Verloop

te: Hattem

verder te noemen Verloop,

 

gegeven door mr. F.M.Visser.

 

 

(Schriftelijke uitwerking ex artikel 14 lid 4 Reglement)

 

 

De procedure.

 

Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het ‘Reglement Bindend Advies Mr. Frank Visser doet uitspraak’ editie november 2015 te doen beslechten.

 

De vordering van Groos en De Weerdt is opgenomen in de bindend advies overeen­komst. Hattem. Daarin is ook een tegenvordering van Verloop opgenomen.

 

Mr. Frank Visser heeft kennis genomen van alle door par­tij­en overgelegde stukken.

 

Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 29 november 2016, welke is gehouden te Hattem.

 

Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.

 

Voorafgaande daaraan heeft mr. Frank Visser zich begeven naar de in deze procedure bedoelde boom en percelen en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezich­tigd. Daarbij was tevens aanwezig Lodewijk Lamers als deskundige. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken.

 

Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toege­licht.

 

De deskundige heeft mondeling verslag uitgebracht.

 

Enige verschenen buren zijn als informanten gehoord.

 

Hierna is mondeling uitspraak gedaan.

 

 

De vordering van Groos en De Weerdt.

 

Groos en De Weerdt vorderen, kort gezegd, dat Verloop wordt verplicht de in deze procedure bedoelde boom te verwijderen.

 

 

De tegenvordering vordering van Verloop.

 

Verloop vordert, kort gezegd, een verklaring voor recht, dat de in deze procedure bedoelde boom mag blijven staan.

 

 

Het conflict (artikel 14 lid 2 van het reglement ).

 

Het conflict dat partijen verdeeld houdt laat zich kort samengevat als volgt omschrijven.

 

  1. Groos en De Weerdt huren ieder een woning met achtertuin aan de Keppelskamp te Hattem van Woonstichting Triada. Groos woont op nummer 80 De Weert woont op nummer 78. Beide huurwoningen maken deel uit van een complex van 15 huurwoningen, die allen zijn gelegen op één, ongedeeld, kadastraal perceel grond, eigendom van Triada.
  2. Verloop is eigenaar van een woning met achtertuin, gelegen ten noordwesten van eerdergenoemde twee huurwoningen, aan de Hessenweg 81 te Hattem.
  3. Tussen achtertuinen van Groos en De Weerdt en die van Verloop bevindt zich een pad (achterom). Dit achtertuinen van Groos en De Weerdt aan de ene kant en de achtertuin van Verloop aan de andere kant worden door schuttingen van dat pad afgescheiden. Het pad zelf behoort kadastraal gezien echter ook tot het hiervoor bedoelde, aan Triada in eigendom toebehorende, ongedeelde perceel. De schutting van Verloop staat op de erfgrens tussen haar perceel en het ongedeelde perceel van Triada.
  4. In de achtertuin van Verloop bevindt zich sinds begin tachtiger jaren van de vorige eeuw een boom, te weten een Gladitsia (Valse Christusdoorn). Deze boom is ongeveer 15 meter hoog en staat (vanaf het midden van de voet gemeten) op ongeveer 1.50 meter van de hiervoor bedoelde kadastrale erfgrens. Gemeten tot aan de schutting van Groos is dat echter 3.23 meter. De boom is thans ongeveer 15 meter hoog en zal naar verwachting nog verder groeien tot zo´n 20 meter. De kroon is zo omvangrijk dat er zelfs flinke takken over het pad heen in achtertuin van Groos hangen. De boom verliest door het jaar heen verdroogde, nauwelijks als zodanig herkenbare, ‘bloemblaadjes’, zaaddozen, blad en takjes. Een groot deel daarvan (westelijke wind) komt terecht in de tuinen van Groos en De Weerdt, met alle schadelijke gevolgen van dien voor de in de tuin van Groos aanwezige  grasmat, vijver en kas. Tot zelfs in huis vinden Groos en De Weerdt verdroogde bloemblaadjes en zaad. Tevens ontneemt de boom, als deze vol in het blad staat, heel veel zonlicht aan de tuinen van Groos en (vooral) De Weerdt, wat eveneens een funeste invloed heeft op de grasmat van Groos.
  5. Op aandringen van Groos heeft Verloop in 1997 enige snoeiwerkzaamheden laten verrichten aan de (toen nog veel kleinere) boom. In 2008 heeft Groos vanaf het pad eigenmachtig opnieuw snoeiwerkzaamheden verricht of laten verrichten. Na herhaalde klachten van Groos en De Weerdt heeft een boomverzorger in juni 2016, in opdracht en voor rekening van Verloop, klimop van de boom verwijderd en de kroon vervolgens vakkundig met ongeveer 20% teruggesnoeid.
  6. Bij brief van 7 juli 2016 hebben Groos en De Weerdt weer geklaagd over nog altijd in hun tuinen overhangende takken en hebben zij aangezegd deze zelf te zullen verwijderen, als Verloop dat niet binnen 2 weken zelf zou doen. Vervolgens heeft De Weerdt inderdaad zelf enige takken afgezaagd en in de tuin van De Weerdt gegooid.

 

 

Verslag van de deskundige.

 

Volgens de deskundige ziet de boom er fraai uit, verkeert hij in goede conditie en zie je deze bovendien niet erg vaak in ons land.

 

De kort geleden nog door een boomverzorger uitgevoerde snoeiwerkzaamheden zijn naar behoren verricht. Daarbij is het maximaal haalbare aan takken weggenomen. Méér zou in potentie ernstige gezondheidsschade aanrichten. Voorstelbaar is, dat volgend jaar nog wat wordt na gesnoeid, waardoor minder takken de tuin van Groos ingroeien. Voor wat betreft de door Groos en De Weerdt aangevoerde overlast zal dat echter weinig of niets uitmaken.

 

 

Beoordeling van het geschil.

 

Ontvankelijkheid

 

Voorop gesteld moet worden, dat Groos en Verloop volgens vaste rechtspraak als huurders alleen ontvankelijk zijn in deze naar zijn aard burenrechtelijke vordering, als de verhuurder heeft laten blijken daartegen geen bezwaar te hebben. De verhuurder heeft laten blijken daar inderdaad geen bezwaar tegen te hebben. Dat weliswaar onder de voorwaarde, dat haar naam niet genoemd zou worden tijdens de opnames, maar die voorwaarde wordt -als onredelijk en ongepast- voor niet gesteld gehouden.

 

 

Staat de boom te dicht op de erfgrens?

 

Weliswaar staat de in deze procedure bedoelde boom binnen de door artikel 5.42 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde afstand van de erfgrens (1.50 meter van het pad), maar de vordering om een einde te maken aan deze onrechtmatige toestand is al lang en breed verjaard. Overigens is het juister om in dit geval niet de kadastrale erfgrens aan te houden, maar de grens met de achtertuin van Groos, welke afstand 3.23 meter bedraagt. Het pad maakt immers geen deel uit van het door Groos en De Weerdt gehuurde.

 

Dat betekent dat Verloop in beginsel gerechtigd is deze boom te handhaven, ook al ondervinden Groos en De Weerdt daarvan overlast.

 

 

Onrechtmatige hinder?

 

Het voorgaande neemt echter niet weg, dat sprake kan zijn van dusdanig ernstige hinder, dat deze gelet op alle omstandigheden van het geval, op de voet van het bepaalde in artikel 5.37 van het Burgerlijk Wetboek, als onrechtmatig moet worden aangemerkt. Niet elke hinder is dus onrechtmatig. Het moet gaan om maatschappelijk onaanvaardbare hinder.

 

Bij de beoordeling daarvan worden de volgende omstandigheden meer in het bijzonder meegewogen.

 

  1. Het gaat hier om een prachtige, kerngezonde boom, die men normaal gesproken niet zomaar zal omhakken. De boom is echter niet zo beeldbepalend of anderszins beschermingswaardig, dat deze gemeentelijke bescherming geniet. Hij komt niet voor op de gemeentelijke bomenlijst, die in de gemeente Hattem wordt gehanteerd bij het bepalen of al dan niet een omgevingsvergunning nodig is, als men een boom wil kappen.
  2. Het is juist dat buren volgens vaste rechtspraak binnen redelijke grenzen boom- en bladafval van op belendende percelen groeiende bomen hebben te dulden. In deze zaak gaat het echter, vanwege de omvang van de boom en de ligging op het noordwesten, om enorme hoeveelheden, waarvan vooral Groos te lijden heeft.
  3. Het is eveneens juist, dat buren volgens vaste rechtspraak enige schaduwvorming van bomen van de buren hebben te dulden. In deze zaak echter is die schaduwvorming vooral na het middaguur enorm, waarvan vooral De Weerdt te lijden heeft.
  4. Partijen wonen niet in een bosrijke omgeving, waar men wordt geacht bomen voor lief te nemen. De achtertuinen van Groos en De Weerdt zijn beperkt in omvang. Zij kunnen niet ergens anders gaan zitten, om aan de enorme boom van Verloop te ontkomen. In feite wordt het vrije genot van die tuinen hen door die boom voor een belangrijk deel ontnomen.
  5. Al uitgevoerde en wellicht nog uit te voeren snoeiwerkzaamheden zullen geen einde maken aan de overlast, noch tot aanmerkelijke vermindering leiden.

 

Alles tegen elkaar afwegend kom ik tot het oordeel, dat de door deze boom veroorzaakte overlast dusdanig ernstig is, dat inderdaad sprake is van onrechtmatige hinder. Dat betekent dat Verloop deze boom moet verwijderen.

 

De vordering van Groos en De Weerdt wordt dus toegewezen en de tegenvordering van Verloop wordt afgewezen.

 

 

B E S L I S S I N G

 

Voor wat betreft de vordering van Groos en De Weerdt.

 

Verloop wordt verplicht om de in deze procedure bedoelde boom voor 1 maart 2017 te verwijderen.

 

Indien Verloop dat mocht nalaten verbeurt zij van rechtswege (geen aanmaning nodig) een boete van € 100,– per dag dat zij daarmee in gebreke mocht blijven, met een maximum van € 20.000.

 

 

Voor wat betreft de tegenvordering van Verloop.

 

De tegenvordering wordt afgewezen.

 

Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als bindend adviseur en mondeling uitgespro­ken te Hattem op 29 november 2016.

 

 

Deze schriftelijke uitwerking van het bindend advies is ondertekend door mr. Frank Visser als bindend adviseur en mr. S. Terstegge als secretaris op  30 november 2016.

 

 

 

 

Mr. F.M. Visser                                                                    Mr. S. Terstegge

 

w.g. mr. F.M. Visser                                                               w.g. mr S. Terstegge