(Onder voorbehoud van mogelijke fouten en verschrijvingen )
Mr. Frank Visser doet uitspraak
Datum mondelinge uitspraak: 29 november 2016
Plaats uitspraak: Hattem
Bindend Advies.
In het geschil tussen:
te: Hattem
verder te noemen: Groos en De Weerdt,
tegen:
Janny Verloop
te: Hattem
verder te noemen Verloop,
gegeven door mr. F.M.Visser.
(Schriftelijke uitwerking ex artikel 14 lid 4 Reglement)
De procedure.
Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het ‘Reglement Bindend Advies Mr. Frank Visser doet uitspraak’ editie november 2015 te doen beslechten.
De vordering van Groos en De Weerdt is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. Hattem. Daarin is ook een tegenvordering van Verloop opgenomen.
Mr. Frank Visser heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken.
Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 29 november 2016, welke is gehouden te Hattem.
Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.
Voorafgaande daaraan heeft mr. Frank Visser zich begeven naar de in deze procedure bedoelde boom en percelen en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezichtigd. Daarbij was tevens aanwezig Lodewijk Lamers als deskundige. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken.
Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht.
De deskundige heeft mondeling verslag uitgebracht.
Enige verschenen buren zijn als informanten gehoord.
Hierna is mondeling uitspraak gedaan.
De vordering van Groos en De Weerdt.
Groos en De Weerdt vorderen, kort gezegd, dat Verloop wordt verplicht de in deze procedure bedoelde boom te verwijderen.
De tegenvordering vordering van Verloop.
Verloop vordert, kort gezegd, een verklaring voor recht, dat de in deze procedure bedoelde boom mag blijven staan.
Het conflict (artikel 14 lid 2 van het reglement ).
Het conflict dat partijen verdeeld houdt laat zich kort samengevat als volgt omschrijven.
Verslag van de deskundige.
Volgens de deskundige ziet de boom er fraai uit, verkeert hij in goede conditie en zie je deze bovendien niet erg vaak in ons land.
De kort geleden nog door een boomverzorger uitgevoerde snoeiwerkzaamheden zijn naar behoren verricht. Daarbij is het maximaal haalbare aan takken weggenomen. Méér zou in potentie ernstige gezondheidsschade aanrichten. Voorstelbaar is, dat volgend jaar nog wat wordt na gesnoeid, waardoor minder takken de tuin van Groos ingroeien. Voor wat betreft de door Groos en De Weerdt aangevoerde overlast zal dat echter weinig of niets uitmaken.
Beoordeling van het geschil.
Ontvankelijkheid
Voorop gesteld moet worden, dat Groos en Verloop volgens vaste rechtspraak als huurders alleen ontvankelijk zijn in deze naar zijn aard burenrechtelijke vordering, als de verhuurder heeft laten blijken daartegen geen bezwaar te hebben. De verhuurder heeft laten blijken daar inderdaad geen bezwaar tegen te hebben. Dat weliswaar onder de voorwaarde, dat haar naam niet genoemd zou worden tijdens de opnames, maar die voorwaarde wordt -als onredelijk en ongepast- voor niet gesteld gehouden.
Staat de boom te dicht op de erfgrens?
Weliswaar staat de in deze procedure bedoelde boom binnen de door artikel 5.42 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde afstand van de erfgrens (1.50 meter van het pad), maar de vordering om een einde te maken aan deze onrechtmatige toestand is al lang en breed verjaard. Overigens is het juister om in dit geval niet de kadastrale erfgrens aan te houden, maar de grens met de achtertuin van Groos, welke afstand 3.23 meter bedraagt. Het pad maakt immers geen deel uit van het door Groos en De Weerdt gehuurde.
Dat betekent dat Verloop in beginsel gerechtigd is deze boom te handhaven, ook al ondervinden Groos en De Weerdt daarvan overlast.
Onrechtmatige hinder?
Het voorgaande neemt echter niet weg, dat sprake kan zijn van dusdanig ernstige hinder, dat deze gelet op alle omstandigheden van het geval, op de voet van het bepaalde in artikel 5.37 van het Burgerlijk Wetboek, als onrechtmatig moet worden aangemerkt. Niet elke hinder is dus onrechtmatig. Het moet gaan om maatschappelijk onaanvaardbare hinder.
Bij de beoordeling daarvan worden de volgende omstandigheden meer in het bijzonder meegewogen.
Alles tegen elkaar afwegend kom ik tot het oordeel, dat de door deze boom veroorzaakte overlast dusdanig ernstig is, dat inderdaad sprake is van onrechtmatige hinder. Dat betekent dat Verloop deze boom moet verwijderen.
De vordering van Groos en De Weerdt wordt dus toegewezen en de tegenvordering van Verloop wordt afgewezen.
B E S L I S S I N G
Voor wat betreft de vordering van Groos en De Weerdt.
Verloop wordt verplicht om de in deze procedure bedoelde boom voor 1 maart 2017 te verwijderen.
Indien Verloop dat mocht nalaten verbeurt zij van rechtswege (geen aanmaning nodig) een boete van € 100,– per dag dat zij daarmee in gebreke mocht blijven, met een maximum van € 20.000.
Voor wat betreft de tegenvordering van Verloop.
De tegenvordering wordt afgewezen.
Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als bindend adviseur en mondeling uitgesproken te Hattem op 29 november 2016.
Deze schriftelijke uitwerking van het bindend advies is ondertekend door mr. Frank Visser als bindend adviseur en mr. S. Terstegge als secretaris op 30 november 2016.
Mr. F.M. Visser Mr. S. Terstegge
w.g. mr. F.M. Visser w.g. mr S. Terstegge