VOLLEDIGE UITSPRAAK EINDHOVEN

by Mr Frank Visser | maart 18, 2021 | 0 Comments
VOLLEDIGE UITSPRAAK EINDHOVEN

Datum mondelinge uitspraak: 9 november 2020 (Onder voorbehoud van mogelijke vergissingen en verschrijvingen)

Plaats uitspraak: Eindhoven

Bindend Advies.

In het geschil tussen:

Mabel
Ramon

beiden te Eindhoven

verder te noemen Mabel en/of Ramon,

en

Miranda

te Eindhoven

verder te noemen: Miranda,

gegeven door mr. F.M.Visser.

(Schriftelijke uitwerking ex artikel 14 lid 4 Reglement)

De procedure.

Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het ‘Reglement Bindend Advies Mr. Frank Visser doet uitspraak’ editie oktober 2018 te doen beslechten.

De vordering van Mabel en Ramon is opgenomen in de bindend advies overeen­komst. Daarin is ook een tegenvordering van Miranda opgenomen.

Mr. Frank Visser heeft kennis genomen van alle door par­tij­en overgelegde stukken.

Het geschil is behandeld op 9 november 2020, welke is gehouden te Eindhoven.

Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.

Voorafgaande daaraan heeft mr. Frank Visser zich begeven naar de in deze procedure bedoelde percelen en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezich­tigd. Daarbij was tevens aanwezig Bas van der Veer als deskundige. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken. Bij gelegenheid van dit locatiebezoek heeft de deskundige, met toestemming van Van Stiphout, de in deze procedure bedoelde naaldboom omgezaagd.

Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toege­licht.

De deskundige heeft mondeling verslag uitgebracht.

Hierna is mondeling uitspraak gedaan.

De vordering van Mabel en Ramon.

Mabel en Ramon vorderen kort gezegd, dat de in deze procedure bedoelde boswilg op kosten van Miranda wordt verwijderd. Mabel eist, met het oog op de toekomst, eveneens verwijdering van een thans nog kleine naaldboom, die ook in de tuin van Miranda staat geplant.

De tegenvordering van Miranda.

Miranda vordert kort gezegd, een verklaring voor recht, dat de in deze procedure bedoelde boswilg mag blijven staan. Mocht deze boom toch wegmoeten, dan wil zij dat wordt bepaald, dat zij (daaraan) niet hoeft (mee) te betalen. Mocht deze boom blijven staan, dan wil zij dat wordt vastgesteld, dat Mabel en zij deze boom ieder aan hun eigen kant zullen bijhouden. Tenslotte wil Miranda, dat de relatie met haar buren wordt verbeterd.

Het conflict (artikel 14 lid 2 van het reglement).

Het conflict dat partijen verdeeld houdt, laat zich kort samengevat als volgt omschrijven.

Partijen huren alle drie een woning met tuin van X.  Mabel woont aan de X te Eindhoven. Miranda woont daarnaast, op nummer X en Ramon woont aan de andere kant van Mabel op nummer X.

In de achtertuin van Miranda staat een boswilg, vlakbij tegen de schutting, die de erfafscheiding vormt tussen de tuinen van Mabel en Miranda. Deze boom is jaren geleden geplant door vorige huurders van nummer X. Mabel en Ramon, die Miranda verwijten onvoldoende onderhoud te plegen aan de hiervoor bedoelde boom,  stellen daarvan onrechtmatige overlast te ondervinden, bestaande uit in hun tuinen neervallend boomafval. Zij willen daarom dat deze boom op kosten van Miranda wordt verwijderd.

Miranda, die erop wijst, dat zij deze boswilg niet zelf  heeft geplant, wil deze graag behouden. Zij ondervindt daarvan veel gebruiksgenot, voornamelijk bestaande uit de schaduwwerking in haar tuin. Mocht deze boom toch wegmoeten, dan wil zij daaraan niet meebetalen. Mocht deze boom blijven staan, dan wil zij dat wordt vastgesteld, dat Mabel en zij deze boom ieder aan hun eigen kant zullen bijhouden.

Mabel wil met het oog op de toekomst ook, dat een nu nog kleine naaldboom in de tuin van Miranda wordt weggehaald. Miranda heeft daar geen bezwaar (meer) tegen.

Tenslotte wil Miranda dat de relatie met haar buren wordt verbeterd.

Beoordeling van het geschil.

Vaststaande feiten

Partijen huren alle drie een woning met tuin van X. Mabel woont aan de X te Eindhoven. Miranda woont daarnaast, op nummer X, en Ramon woont aan de andere kant van Mabel, op nummer X.
Alle hiervoor bedoelde woningen met bijbehorende tuinen liggen op één, ongedeeld, kadastraal perceel, Gemeente Strijp, sectie X, nummer X, eigendom van X.
In de achtertuin van Miranda staat een boswilg, gemeten vanaf het midden van de voet, op ongeveer 40 centimeter van de schutting, die de erfafscheiding vormt tussen de tuinen van Mabel en Miranda.
Deze boswilg is jaren geleden geplant door vorige huurders van nummer X. Die snoeiden deze boom regelmatig terug. Sindsdien is geen serieus onderhoud meer gepleegd. De takken groeien over de schutting ver de tuin van Mabel in.
Mabel en Ramon ondervinden veel overlast van zaadafval van die boswilg, dat in het voorjaar vrijkomt. Mabel heeft moeite met het opruimen daarvan. Ramon heeft een zwembad in zijn achtertuin, dat daardoor vervuild raakt.

Verslag van de deskundige

Het betreft een boswilg, een zeer nuttige boom, vanwege de aantrekkingskracht op bijen. De boswilg produceert inderdaad veel zaadslingers en –dozen in het voorjaar. Te zien is, dat deze boom in verleden herhaaldelijk is gesnoeid en geknot. Daar kan deze boom wel tegen, als dit om de twee jaar gebeurt.

Inhoudelijke beoordeling van het conflict

Hoewel partijen geen eigenaar zijn van hun woning met tuin, kan deze zaak door mij worden beslist, omdat de verhuurder heeft laten weten daartegen geen bezwaar te hebben.

Omdat de woningen en tuinen van partijen allen op één ongedeeld kadastraal perceel bevinden, worden hun tuinen juridisch gezien niet gescheiden door een eigendomsgrens, zodat het bepaalde in artikel 5.42 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek formeel gezien buiten toepassing moet blijven. Hoewel men daarover van mening kan verschillen, ben ik van oordeel dat dit wetsartikel zich evenmin leent voor analogische toepassing. De feitelijke gebruiksgrenzen tussen de verhuurde tuinen staan daarvoor onvoldoende vast en zijn voor derden ook niet kenbaar uit de registers en de kadastrale kaart. Bovendien heeft de verhuurder de mogelijkheid eigen regels te stellen, voor wat betreft de aanwezigheid en het onderhoud van bomen in de door haar verhuurde tuinen.

Dat neemt niet weg, dat Mabel en Ramon zich wel kunnen verzetten tegen de aanwezigheid van deze boom, als deze dermate veel overlast zou veroorzaken, dat dit onrechtmatige hinder oplevert. Daarvan is in dit geval echter geen sprake, omdat buren volgens vaste rechtspraak in hun tuin neervallend bomenafval, zoals bladeren en zaadslingers en –dozen, hier niet ter zake doende uitzonderingen daargelaten, hebben te dulden.

Hoewel het bepaalde in artikel 5:44 van het Burgerlijk Wetboek zich, gelet op het ontbreken van een formele eigendomsgrens tussen de percelen van partijen, evenmin leent voor directe toepassing in deze zaak, hoeft Mabel als huurster in beginsel echter geen genoegen te nemen met over haar tuin hangende takken van een boom, die bij de buren is geplant, voor zover deze een inbreuk op haar huurgenot vormt en dit ongerief, zonder gevaar voor de gezondheid van de boom,  grotendeels kan worden weggenomen door een regelmatige snoei. Dat mag daarom van Miranda worden gevergd. Gelet op de bevindingen van de deskundige komt mij een tweejaarlijkse snoei redelijk voor. Niet valt in te zien waarom Mabel dat aan haar kant van de schutting zelf zou moeten doen of daaraan zou moeten meebetalen. Daarom zal Miranda daartoe worden verplicht, zoals hierna bij de beslissing nader te bepalen.

Gelet op het voorgaande heeft Ramon, die twee huizen verderop woont en geen

overhangende takken in zijn tuin heeft, onvoldoende belang bij een afzonderlijke bespreking van zijn vordering, al was het maar omdat hij bij de behandeling van de zaak heeft laten blijken, inmiddels genoegen te nemen met de bevolen tweejaarlijkse snoei.

Over de hiervoor bedoelde naaldboom hoeft geen beslissing meer te worden genomen, omdat deze inmiddels is omgezaagd.

Tenslotte moet worden vastgesteld dat de tegenvordering van Miranda, strekkende tot het verbeteren van de relatie met de buren, niet vatbaar is voor een juridische beoordeling en beslissing.

Eindoverweging

Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist.

B E S L I S S I N G

Miranda wordt verplicht de in deze procedure bedoelde boswilg om de twee jaar, te beginnen in het jaar 2020, uiterlijk voor 15 december, dusdanig terug te snoeien en/of te knotten, dat geen takken meer over de schutting boven de tuin van Mabel hangen. Indien zij dat niet, of niet op tijd doet, verbeurt zij van rechtswege (geen aanmaning nodig) een boete van € 500,– per keer aan Mabel, met een maximum van € 10.000,–.

Verstaat dat de vordering van Ramon geen afzonderlijke beslissing meer behoeft.

Het over en weer mogelijk meer of anders gevorderde wordt afgewezen.

Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M. Visser als bindend adviseur en mondeling uitgespro­ken te  Eindhoven op 9 november 2020.

Deze schriftelijke uitwerking van het bindend advies is ondertekend door mr. Frank Visser als bindend adviseur en H.T. Walstra als secretaris op 16 november 2020.