Datum mondelinge uitspraak: 12 april 2018
(Onder voorbehoud van mogelijke vergissingen en verschrijvingen)
Plaats uitspraak: Wilnis
Bindend Advies.
In het geschil tussen:
Greta
te: Wilnis
hierna te noemen eiser
ten deze gevolmachtigd op te treden namens,
Annette en Jan
te: Wilnis
verder te noemen: Annette en Jan
tegen:
Robbert
te: Wilnis
verder te noemen verweerder,
gegeven door mr. F.M.Visser.
(Schriftelijke uitwerking ex artikel 14 lid 4 Reglement)
De procedure.
Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het ‘Reglement Bindend Advies Mr. Frank Visser doet uitspraak’ editie november 2015 te doen beslechten.
De vordering van de eiser is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. Daarin is ook een tegenvordering van de verweerder opgenomen.
Mr. Frank Visser heeft kennisgenomen van alle door partijen overgelegde stukken.
Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 12 april 2018, welke is gehouden te Wilnis.
Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.
Voorafgaande daaraan heeft mr. Frank Visser zich begeven naar de in deze procedure bedoelde sloot met aangrenzende gronden en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezichtigd. Aanwezig was ook Maurice Sterk, taxateur o/g als deskundige. De relevante kadastrale grens is gereconstrueerd door het kadaster (landmeter Maarten Beijerbacht). Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken.
Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht.
De deskundige heeft mondeling verslag uitgebracht.
Hierna is mondeling uitspraak gedaan.
De vordering van de eiser.
De eiser vordert kort gezegd dat de verweerder wordt verplicht de in deze procedure bedoelde beschoeiing/houten terras verwijdert, voor zover deze over de erfgrens heen steekt, dan wel dat hij de grond daaronder koopt en daar alle mee gemoeide kosten op zich neemt. Verder vordert de eiser dat de verweerder wordt verplicht tot vergoeding van de door eiser voor verkoop zelf gemaakte kadasterkosten ad € 495,–.
De tegenvordering van de verweerder.
De verweerder vordert, kort gezegd, een verklaring voor recht, dat de vlonder kan blijven. Verder wil hij dat er duidelijke afspraken worden gemaakt over het onderhoud van de in deze procedure bedoelde sloot en de aan de kant van Annette en Jan groeiende bomen.
Het conflict (artikel 14 lid 2 van het reglement ).
Het conflict dat partijen verdeeld houdt laat zich kort samengevat in de kern als volgt omschrijven.
Partijen zijn verdeeld over de rechtmatigheid van een door de verweerder boven (een deel van) de sloot tussen hun percelen gemaakte houten vlonder, over het onderhoud van die sloot en het onderhoud van de op de grond van Annette en Jan groeiende bomen.
Beoordeling van het geschil.
Vaststaande feiten.
De volgende feiten zijn voldoende komen vast te staan:
Grensreconstructie.
Uit de door het kadaster uitgevoerde grensreconstructie, waarvan gesteld noch gebleken is dat deze niet zou overeenstemmen met de werkelijke juridische eigendomsverhoudingen, blijkt dat de in deze procedure bedoelde houten vlonder inderdaad voor een deel over de erfgrens uitsteekt.
De houten vlonder.
Voorop gesteld moet worden, dat de eigenaren van beide percelen, volgens het bepaalde in artikel 5.59 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, over de gehele breedte van de sloot dezelfde rechten hebben als een mede-eigenaar. Volgens artikel 3.169 van het Burgerlijk Wetboek betekent dit onder meer, dat zij die hele sloot mogen gebruiken en in dat verband dus niet zijn gebonden aan de daaronder lopende erfgrens. Daarbij geldt echter wel de beperking, dat dit gebruik te verenigen valt met het recht van de andere deelgenoot. Bij een tegengesteld belang kunnen partijen daarover bij overeenkomst (en dus ook door middel van tussenkomst van een bindend advies) een nadere regeling treffen, of zich tot de rechter wenden.
In het onderhavige geval bestaat het gebruik door Robbert uit het hebben van een houten vlonder boven een deel van de sloot. Dat is aan te merken als een normaal gebruik, dat Annette en Jan in beginsel hebben te accepteren. Dat zou anders zijn, als Annette en Jan door die vlonder gehinderd zouden worden in het gebruik dat zij zelf van die sloot willen maken. Dat is hier echter niet aan de orde, nu Annette en Jan met zoveel woorden hebben laten weten geen enkele last te hebben van die vlonder. Ik zou dan ook niet weten, waarom die vlonder (deels) weg zou moeten, dan wel waarom Robbert grond zou moeten bijkopen. Nogmaals, hij mag samen met Annette en Jan de hele sloot gebruiken.
Indien partijen, of één van hen, derdenwerking willen verbinden aan dit bindend advies, dan kan ieder van hen dit op de voet van het bepaalde in artikel 16 lid 5 van het Reglement doen inschrijven via de notaris.
De kosten van het kadaster.
De kosten van het kadaster, voor zover in opdracht van de bindend adviseur gemaakt, worden gedragen door de producent. De eerder door Greta gemaakte kadasterkosten moeten voor hun rekening blijven, al was het maar omdat de loop van de kadastrale grens in deze zaak niet van belang is gebleken.
Het onderhoud van de sloot.
Op de voet van het bepaalde in artikel 5.59 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek moeten partijen verder de sloot aan hun kant tot aan de erfgrens onderhouden. Nu daar kennelijk geen overeenstemming over bestaat, zal ik, weer onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 3.168 van het Burgerlijk Wetboek, een meer specifieke onderhoudsregeling vaststellen, zoals hierna bij de beslissing te bepalen.
De struik
Het is duidelijk dat de in deze procedure bedoelde struik onverenigbaar is met behoorlijk onderhoud van de sloot, zodat Annette en Jan deze zullen moeten verwijderen. Dat heeft zij overigens tijdens de hoorzitting toegezegd, waaraan zij mag worden gehouden.
De bomen.
Aan Robbert moet worden toegegeven, dat de in deze procedure bedoelde, op het perceel van Annette en Jan groeiende hoge bomen, ongetwijfeld de nodige hinder zullen veroorzaken. Volgens vaste rechtspraak is dergelijke hinder, met name bestaande uit blad-, zaad-, en bloesemafval, echter niet onrechtmatig en moet ook Robbert dat accepteren.
Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist.
B E S L I S S I N G
Voor wat betreft de vordering en de tegenvordering.
Voor recht wordt verklaard, dat de in deze procedure bedoelde houten vlonder mag blijven.
Voor recht wordt verder verklaard, dat partijen verplicht zijn om jaarlijks het nodige slootonderhoud uit te voeren, vanaf hun kant van de sloot tot de in die sloot lopende erfgrens, meer in het bijzonder door het schoonmaken van sloot en oevers.
Voor recht wordt tenslotte verklaard, dat Annette en Jan verplicht zijn de in deze procedure bedoelde struik geheel te verwijderen.
Het over en weer mogelijk meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als bindend adviseur en mondeling uitgesproken te Wilnis op 12 april 2018.
Deze schriftelijke uitwerking van het bindend advies is ondertekend door mr. Frank Visser als bindend adviseur en mr. S. Terstegge als secretaris op 17 april 2018.
Mr. S. Terstegge Mr. F.M. Visser
Geef een reactie