VOLLEDIGE UITSPRAAK HAARLEM

by Mr Frank Visser | januari 13, 2020 | 0 Comments
VOLLEDIGE UITSPRAAK HAARLEM

Datum mondelinge uitspraak: 11 september 2019 (Onder voorbehoud van mogelijke vergissingen en verschrijvingen)

Plaats uitspraak: Haarlem

Bindend Advies.

In het geschil tussen:

Peter en Marijke

te: Haarlem

verder te noemen: Peter en Marijke,

tegen:

Frans en Tineke

te: Haarlem

verder te noemen Frans en Tineke

bijgestaan door hun dochter Francisca ,

gegeven door mr. F.M.Visser.

(Schriftelijke uitwerking ex artikel 14 lid 4 Reglement)

De procedure.

Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het ‘Reglement Bindend Advies Mr. Frank Visser doet uitspraak’ editie oktober 2018 te doen beslechten.

De vordering van Peter en Marijke is opgenomen in de bindend advies overeen­komst. Daarin is ook een tegenvordering van Frans en Tineke opgenomen.

Mr. Frank Visser heeft kennis genomen van alle door par­tij­en overgelegde stukken.

Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 11 september 2019, welke is gehouden te Haarlem.

Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.

Voorafgaande daaraan heeft mr. Frank Visser zich begeven naar de in deze procedure bedoelde tuinen en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezich­tigd. Daarbij was tevens aanwezig  Arjan van Woudenberg als deskundige. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken.

Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toege­licht.

De deskundige heeft mondeling verslag uitgebracht.

Hierna is mondeling uitspraak gedaan.

De vordering van Peter en Marijke.

Peter en Marijke vordert, kort gezegd, dat Frans en Tineke de in deze procedure bedoelde boom verwijdert en de begroeiing in haar achtertuin dusdanig terugsnoeit, dat deze niet meer over de schutting komt. Verder wenst Peter en Marijke een verbod voor Frans en Tineke om te treiteren en te bedreigen. Peter en Marijke wil met rust worden gelaten.

De tegenvordering van Frans en Tineke.

Frans en Tineke vordert, kort gezegd, een verbod voor Peter en Marijke om te treiteren en te bedreigen. Frans en Tineke wil met rust worden gelaten.

Het conflict (artikel 14 lid 2 van het reglement ).

Het conflict dat partijen verdeeld houdt laat zich kort samengevat als volgt omschrijven.

Partijen zijn elkaars buren en hebben nu al ongeveer 18 jaar ruzie. Daarbij ging het tot voor kort vooral over al dan niet vermeende overlast en treiterijen. In dat verband is over en weer geklaagd bij de verhuurder, de wijkagent en de gemeente. Thans klaagt Peter en Marijke over een boom in de voortuin en over begroeiing in de achtertuin van Frans en Tineke.

Beoordeling van het geschil.

Vaststaande feiten

In deze procedure zijn, voor zover thans van belang, de volgende feiten voldoende komen vast te staan.

  1. Partijen zijn elkaars buren. Peter en Marijke huren sinds 1 december 1987 de woning met voor- en achtertuin, staande en gelegen te Haarlem. Frans en Tineke huurt sinds 28 februari 2000, van dezelfde verhuurder, de daarnaast gelegen woning met voor- en achtertuin aan de X.
  2. Met enige onderbrekingen leven partijen al ongeveer 18 jaar lang met elkaar in onmin. Er is sprake van geluidsoverlast, al dan niet valse aangiftes, schelden en schreeuwen, vernielingen en mishandeling.
  3. De verhuurder heeft Peter , naar aanleiding van klachten van Frans en Tineke meerdere malen aangezegd het verwerken van metaal in en/of rondom het gehuurde te staken. Het ging daarbij om het verzamelen en machinaal kleinmaken van oude metalen. Peter is daarmee uiteindelijk opgehouden. Bij gelegenheid van het locatiebezoek werd een opgeruimde achtertuin aangetroffen.
  4. Peter is in oktober 2009 onherroepelijk veroordeeld door de politierechter te Haarlem tot een geldboete van € 200,– wegens opzettelijke belediging van Tineke  op 9 september 2008.
  5. Op 2 augustus 2018 is Peter mishandeld door Frans , toen eerstgenoemde zich aan de deur van Frans en Tineke meldde. Die zaak is geseponeerd door de officier van justitie, waartegen Peter  in augustus 2019 beklag heeft gedaan bij het gerechtshof ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Op dat beklag is nog niet beslist.
  6. Op 31 januari 2019 heeft Peter met een voorhamer een gat geslagen in de betonnen schutting, die de achtertuinen van partijen scheidt. Op last van de verhuurder heeft hij dat gat gerepareerd, of laten repareren.
  7. Frans en Tineke heeft in haar voortuin een eikenboom staan. Deze staat, vanaf het midden van de voet gemeten, op ongeveer 195 centimeter van de feitelijke gebruiksgrens tussen beide huurpercelen. Deze boom heeft op een hoogte van 1.30 meter een doorsnede van ongeveer 23 centimeter. Takken van die boom groeien gedeeltelijk (tot ongeveer 179 centimeter) over de genoemde gebruiksgrens.
  8. Frans en Tineke heeft in haar achtertuin struiken en/of andere begroeiing staan, die hier en daar over de schutting heen groeit. Bij gelegenheid van het locatiebezoek heeft mr. Frank Visser deze takken, voor zover hinderlijk, met toestemming van partijen eigenmachtig teruggesnoeid.
  9. Beide woningen en tuinen van partijen zijn gelegen op één kadastraal ongedeeld perceel, eigendom van de verhuurder, kadastraal bekend als gemeente Haarlem, sectie A, nummer 3146.
  10. Op beide huurovereenkomsten zijn algemene huurvoorwaarden van toepassing. In artikel 6.8 is een verbod opgenomen voor huurders om hinder aan buren of omwonenden te veroorzaken. In artikel 7.6 aanhef en onder b. is bepaald, dat huurders zelf moeten zorgen voor de aanleg en het onderhoud van de tuinen, met inbegrip van bomen en hagen. Daarbij moeten de regels van het burenrecht in acht worden genomen.
  11. In de gemeente Haarlem is de Bomenverordening Haarlem van toepassing. Daarin is, voor zover thans van belang, onder meer het volgende bepaald:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  1. houtopstand: één of meer bomen of boomvormers, andere houtachtige gewassen, een beplanting van bosplantsoen of een struweel met een de onder sub b genoemde minimale dwarsdoorsnede.
  2. boom: een houtachtig, opgaand gewas, zowel vitaal als afgestorven, met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 20 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld.

…….

  1. .kappen: rooien; vellen; verplanten; het snoeien van meer dan 30% van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben; het geheel of grotendeels verwijderen van het boven- en ondergrondse deel van de houtopstand.

Artikel 2 Kapverbod

  1. Het is verboden zonder vergunning van het college houtopstand te kappen of te doen kappen.
  2. …….

Artikel 3 Aanvraag vergunning

  1. De vergunning moet schriftelijk en gemotiveerd, onder bijvoeging van een situatieschets, worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken……
  2. …….

 

Artikel 12 Afstand van de erfgrenslijn

De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op nihil voor heesters en heggen.

Verslag van de deskundige

De deskundige heeft, kort samengevat en voor zover thans van belang, het volgende geconcludeerd.

De eikenboom is gezond. Deze kan uiteindelijk erg groot worden en is als zodanig minder geschikt om in een kleine stadstuin te hebben. Regelmatig terugsnoeien kan dit inderdaad voorkomen, zij het dat deze snoei niet mag leiden tot ernstige beschadiging of ontsiering.

Inhoudelijke beoordeling van het conflict

De boom en de begroeiing in de achtertuin.

Op zichzelf heeft Frans en Tineke zich, volgens artikel 7, onder 6 aanhef en onder b. van de toepasselijke huurvoorwaarden, dat naar mijn oordeel (mede) mag worden aangemerkt als een derdenbeding ten gunste van Peter en Marijke (artikel 6.253 van het Burgerlijk Wetboek), voor wat betreft de inrichting van haar tuinen te houden aan de regels van het burenrecht.  Dat volgt in beginsel overigens ook uit de vaste rechtspraak, waar het gaat om de toepasselijkheid van het burenrecht op huurders.

Artikel 5.42 lid 1 en 2 van het Burgerlijk Wetboek voorziet in een minimum afstand tot aan de erfgrens, die volgens artikel 12 van de thans geldende Bomenverordening Haarlem in dit geval op 50 centimeter is te stellen. Het is juist dat beide huurpercelen kadastraal deel uitmaken van één, ongedeeld perceel, dat eigendom is van dezelfde verhuurder, zodat zakenrechtelijk geen erfgrens tussen beide huurpercelen bestaat. Het is echter redelijk om in gevallen als deze, voor wat betreft de toepassing van artikel 5.42 van het Burgerlijk Wetboek, de feitelijke gebruiksgrens als erfgrens aan te merken. De in deze procedure bedoelde boom staat, vanaf het midden van de voet gemeten, op maar liefst ongeveer 195 centimeter van de gebruiksgrens. Die staat daar dus goed. Verplichte verwijdering is wat dat betreft niet aan de orde.

Verplichte verwijdering zou alleen dan nog kunnen worden bevolen, indien de boom in kwestie onrechtmatige overlast zou bezorgen aan Peter en Marijke. Daarvan is echter geen sprake. Dat enig blad en ander boomafval in en/of rondom de volledig bestrate voortuin van Peter en Marijke en op haar op de openbare weg geparkeerde auto terechtkomt, is daartoe in elk geval onvoldoende.

Maar ook al zou dat oordeel anders zijn uitgevallen, dan nog zou Frans en Tineke niet kunnen worden verplicht tot verwijdering van de boom. Daartoe zou immers de verhuurder, die door natrekking (artikel 5.20 lid 1 aanhef en onder f. van het Burgerlijk Wetboek) eigenaar is van deze boom, op zijn minst te kennen hebben moeten geven, daartegen geen bezwaar te hebben. Bovendien zou moeten zijn gebleken, dat de verhuurder, als eigenaar van die boom, bereid is om de daartoe nodige omgevingsvergunning (kapvergunning) aan te vragen, althans daarvoor toestemming te verlenen aan Frans en Tineke waarvan tot op heden niet is gebleken.

Samenvattend moet de vordering tot verwijdering van de boom worden afgewezen.

De vordering strekkende tot verwijdering van over de gebruiksgrens in de voortuin van Peter en Marijke uitstekende takken van de eikenboom moet echter wel worden toegewezen. Dit echter met dien verstande, dat van Frans en Tineke niet méér mag worden gevergd dan dat zij die boom regelmatig deskundig terug laat snoeien, waarbij niet meer dan 30% van de kroon, met inbegrip van kandelaberen, mag worden gesnoeid en waarbij deze snoei niet de dood of ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van die boom ten gevolge kan hebben.

Weliswaar is Peter en Marijke volgens het bepaalde in artikel 5.44 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek daartoe in beginsel ook zelf gerechtigd, maar dat neemt niet weg dat ook de Frans en Tineke daartoe verplicht kan worden.

Voor wat betreft de (mogelijk) hinderlijke  overhangende begroeiing in de achtertuin kan ik kort zijn. Die is door verwijderd, zodat Peter en Marijke geen belang meer heeft bij dat onderdeel van haar vordering.

Onderlinge bejegening.

Op grond van het procesdossier en wat mij tijdens het locatiebezoek en de hoorzitting is gebleken, ben ik tot de overtuiging gekomen, dat het vooral Peter  is geweest, die door zijn sociaal onaangepaste gedrag de in deze procedure bedoelde burenruzie heeft veroorzaakt en deze, door het voortdurend blijven zoeken van de confrontatie met Frans en Tineke gedurende bijna 18 jaar is blijven voortzetten. Het onnodig veroorzaken van herrie (vooral het verwerken van oude metalen), het bonken op muren, het vernielen, het schelden en het pesten zijn zonder twijfel aan te merken als hoogst onrechtmatig. Marijke  had daarin geen aandeel.

Natuurlijk ben ik er niet blind voor, dat ook Frans en Tineke uiteindelijk het conflict niet uit de weg ging en dat Peter  zelfs door Frans  werd mishandeld.

Aan deze slepende burenruzie moet nu een einde komen.

Ik zal Peter  daarom met onmiddellijke ingang verplichten, zich ten aanzien van Frans en Tineke te onthouden van het veroorzaken van geluidsoverlast in of rondom het gehuurde en van duidelijk pestgedrag.

Rust.

Beide partijen stellen met rust te willen worden gelaten. Dat lijkt me inderdaad de beste strategie om verdere escalatie te voorkomen. Ik zal beide partijen dan ook verbieden om, op welke manier dan ook, contact met elkaar te hebben, te zoeken of op te nemen. Ook schreeuwen, schelden, dreigen, vernielen en mishandelen wordt uiteraard verboden.

De verhuurder.

De verhuurder wordt met klem verzocht mede toe te zien op naleving van deze beslissing en zo nodig een woninguitzetting te entameren, als partijen, of één van hen, zich daarvan niets aantrekt.

Om er zeker van te zijn, dat de verhuurder kennis neemt van deze beslissing, zal ik bepalen dat de secretaris een afschrift daarvan aan de verhuurder doet toekomen.

Eindoverweging

Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist.

B E S L I S S I N G

Voor wat betreft de vordering  en de tegenvordering.

  1. Frans en Tineke wordt verplicht om voor 1 december 2019 -en daarna om de twee jaar- de in deze procedure bedoelde boom in haar voortuin door een deskundige boomverzorger/hovenier terug te laten snoeien, zoals hiervoor bij de beoordeling van het geschil is overwogen.
  2. Indien Frans en Tineke zich daaraan niet houdt, verbeurt zij, na behoorlijke schriftelijke aanmaning, een boete aan Peter en Marijke van € 100,– per dag dat zij daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 10.000,–. Een en ander geldt als een hoofdelijke verplichting van Frans en Tineke .
  3. Peter wordt met onmiddellijke ingang verplicht zich ten aanzien van Frans en Tineke te onthouden van het veroorzaken van geluidsoverlast in of rondom het gehuurde (zoals bijvoorbeeld door bonken en/of door luidruchtige verplaatsing of bewerking van metalen of van andere materialen), verder van het pesten, waaronder het voor Frans en Tineke hoorbaar maken van rare en/of anderszins ongepaste geluiden. Indien Peter  zich daaraan niet houdt, verbeurt hij van rechtswege (geen aanmaning nodig) een boete aan Frans en Tineke van € 100,– per keer met een maximum van € 10.000,–.
  4. Het wordt partijen met onmiddellijke ingang verboden om op welke manier dan ook contact met elkaar te hebben, te zoeken of op te nemen, anders dan via korte, zakelijke briefjes, en alleen als daartoe een dringende noodzaak bestaat. Indien partijen, of één van hen, zich daaraan niet houdt, verbeurt de overtreder van rechtswege (geen aanmaning nodig) een boete van € 100,– per keer aan de andere partij, met een maximum van € 10.000,–. Een en ander geldt als een hoofdelijke verplichting van zowel Peter en Marijke als van Frans en Tineke .
  5. Het wordt partijen met onmiddellijke ingang verboden om te schelden, te dreigen, te vernielen en/of te mishandelen. Indien partijen, of één van hen, zich daaraan niet houdt, verbeurt de overtreder van rechtswege (geen aanmaning nodig) een boete van € 200,– per keer aan de andere partij, met een maximum van € 20.000,–. Een en ander geldt als een hoofdelijke verplichting van zowel Peter en Marijke als van Frans en Tineke .
  6. Het over en weer meer of anders gevorderde wordt afgewezen. 

Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M. Visser als bindend adviseur en mondeling uitgespro­ken te  Haarlem op 11 september 2019.

Deze schriftelijke uitwerking van het bindend advies is ondertekend door mr. Frank Visser als bindend adviseur en H.T Walstra als secretaris op  19 september 2019.

H.T. Walstra                                                                          Mr. F.M. Visser