VOLLEDIGE UITSPRAAK ARUM

by Mr Frank Visser | maart 8, 2023 | 0 Comments
VOLLEDIGE UITSPRAAK ARUM

Datum mondelinge uitspraak: 16 november 2022

Plaats uitspraak: Wommels

Bindend Advies.

In het geschil tussen:

Pieter en Henny

te Arum

verder te noemen Pieter en Henny

en

 Anja

te Arum

verder te noemen Anja,

gegeven door mr. F.M. Visser.

(Schriftelijke uitwerking ex artikel 14 lid 4 Reglement)

 

De procedure.

Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het ‘Reglement Bindend Advies Mr. Frank Visser doet uitspraak’ editie oktober 2022 te doen beslechten.

De vordering van Pieter en Henny is opgenomen in de bindend advies overeen­komst. Daarin is ook een tegenvordering van Anja opgenomen.

Mr. Frank Visser heeft kennisgenomen van alle door par­tij­en overgelegde stukken.

Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 16 november 2022, welke is gehouden te Wommels.

Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.

Voorafgaande daaraan heeft mr. Frank Visser zich, bijgestaan door Viktor Brand, begeven naar de in deze procedure bedoelde percelen en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezich­tigd. De relevante perceelgrenzen zijn gereconstrueerd door het kadaster (landmeter Richard Slagter). Als bomendeskundige is benoemd de heer Bas van der Veer, die ter plaatse de volgens Anja (mogelijk) hinderlijke beplantingen heeft onderzocht. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken.

Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toege­licht.

De landmeter en de deskundige hebben mondeling verslag uitgebracht.

Hierna is mondeling uitspraak gedaan.

Vorderingen:

 Pieter en Henny vorderen, kort samengevat en voor zover thans van belang, dat Anja de achterschutting (langs het pad) tot op de erfgrens verplaatst en dat Anja wordt verplicht om aan Pieter en Henny een schadevergoeding te betalen van minimaal € 500,– wegens schade aan planten en bomen.

Anja vordert, kort samengevat en voor zover thans van belang, dat Pieter en Henny enkele hinderlijke bomen (waaronder in elk geval een vlierbes) verwijderen en een verklaring voor recht, dat Pieter en Henny geen recht van overpad hebben, met de verplichting de thans bestaande poort dicht te maken. Voor het geval wordt beslist dat Anja de schutting langs het pad moet verzetten, vordert Anja dat de kosten daarvan voor gezamenlijke rekening komen en tenslotte vordert zij alsdan teruggave van een stukje grond, dat Pieter en Henny van haar in gebruik zouden hebben.

Bij gelegenheid van het locatiebezoek en de hoorzitting hebben beide partijen hun vordering voor wat betreft de schuttingen aldus aangepast, dat zij beiden willen dat deze schuttingen op de vandaag gereconstrueerde, kadastrale grens worden geplaatst, waarbij zij over en weer uitdrukkelijk afstand hebben gedaan van een mogelijk beroep op verjaring.

 

Het conflict (artikel 14 lid 2 van het reglement).

Het conflict dat partijen verdeeld houdt laat zich kort samengevat als volgt omschrijven.

Partijen zijn elkaars buren. Tussen hen zijn geschillen gerezen over de juiste ligging van de erfgrens en daarop of daarnaast geplaatste schuttingen, over daarnaast groeiende beplantingen, het al dan niet beschadigen daarvan met azijn en over een al dan niet bestaand recht van overpad,

Partijen wensen een bindende uitspraak daarover.

Beoordeling van het geschil.

Vaststaande feiten

  1. Pieter en Henny zijn sinds 1996 eigenaar van een perceel grond met woning en verdere opstallen, staande en gelegen te Arum. Anja is sinds 1992 (mede)eigenaar van een aangrenzend perceel grond met woning en verdere opstallen, eveneens staande en gelegen te Arum .
  2. Op of nabij de erfgrens tussen beide percelen is, vanaf het perceel van Pieter en Henny bezien, aan de noordzijde een lange, vrijstaande schutting als erfafscheiding geplaatst en aan de oostzijde een korte, eveneens vrijstaande schutting. Deze schuttingen zijn in 2020 in opdracht en voor rekening van Anja vernieuwd.
  3. Aan de noordzijde van die lange schutting loopt over het perceel van Anja een pad, dat is afgesloten met een poort. Deze poort geeft toegang tot een eveneens tot het perceel van Anja behorende open ruimte, waar Anja haar auto stalt (parkeerplaats) en van waaruit zij vrijelijk de openbare weg, de X straat te Arum, kan bereiken.
  4. In een notariële transportakte van 23 februari 1996, waarin de eigendomsoverdracht van het perceel E X aan Pieter Post is geregeld, wordt verwezen naar een op 5 maart 1926 in de registers ingeschreven proces-verbaal van openbare verkoop, waarin is vermeld, dat de ‘erfafscheidingen ten noorden en oosten zijn met de naastlegers aldaar massaal in eigendom en onderhoud’.
  5. In de lange schutting aan de noordzijde van het perceel van Pieter en Henny bevindt zich al meer dan twintig jaar een tweede poort. Via deze poort kunnen Pieter en Henny via de hiervoor onder 3. bedoelde parkeerplaats eveneens de hiervoor genoemde X straat bereiken. Zij maken op die manier al sinds 1996 gebruik van dit overpad, onder meer om met kliko’s van en naar de X straat te gaan. Tot ongeveer anderhalf jaar geleden gebeurde dat zonder enige tegenwerping of bezwaar van de kant van Anja.
  6. Pieter en Henny hebben aan de noordkant in hun achtertuin een aantal bomen staan, te weten een vlierbes, een sering en een katjeswilg. De vlierbes hangt ver over de schutting en veroorzaakt hinder vanwege het ontnemen van zonlicht en het verlies van blad- en zaadafval. Anja heeft zich daarover herhaaldelijk, doch tevergeefs, bij Pieter en Henny beklaagd. De sering en de katjeswilg leveren thans geen overlast op.

Verslag van de landmeter.

De vandaag gereconstrueerde erfgrens is een zeer oude, die teruggaat tot aan het begin van het kadaster.

Aan de noordzijde loopt deze in een rechte lijn, vanaf een door de landmeter aan de noordoostzijde van perceel X geplaatste buis, in westelijke richting naar de dichtstbijzijnde hoek van de aan de westzijde van perceel X gelegen schuur en vervolgens licht afbuigend, door deze schuur, naar de straatkant, waar deze uitkomt op 13 centimeter, gemeten vanuit het noorden, vanaf de westelijke buitenmuur. Op dat punt staat de schuur dus 13 centimeter op perceel X (grensoverschrijding).  Bijzonder is verder, dat deze erfgrens midden door de in deze procedure bedoelde vlierbesbom loopt. De thans bestaande lange schutting staat tenslotte kadastraal gedeeltelijk op perceel X en gedeeltelijk op perceel X.

Aan de oostzijde van perceel X loopt deze erfgrens vanaf het hiervoor bedoelde, door een buis aangeduide punt in een rechte lijn in zuidelijke richting naar het uiterste, noordwestelijke punt van het op perceel X gebouwde woonhuis. De thans bestaande korte schutting staat kadastraal geheel op perceel X.

Verslag van de boomdeskundige

De vlierbes is ernstig beschadigd en levert in de huidige toestand gevaar op wegens instabiliteit en afbreken. Verder is deze, hoewel hij het einde van zijn levensloop heeft bereikt, nog voldoende levensvatbaar. De sering en de katjeswilg zien er gezond uit, hoewel de katjeswilg zo uit de grond kan worden getrokken.

Inhoudelijke beoordeling van het conflict

De erfgrenzen en de schuttingen.

Het kadaster heeft de in deze procedure bedoelde perceelgrenzen gereconstrueerd. Omdat gesteld noch gebleken is, dat verkeerd zijn gemeten, wordt uitgegaan van de juistheid daarvan.

Partijen hebben laten weten deze grenzen voortaan te willen aanhouden, zodat deze geacht moeten worden overeen te komen met de werkelijke eigendomsverhoudingen. Partijen hebben over en weer uitdrukkelijk afstand gedaan van een hen mogelijk toekomend beroep op verjaring. Zij willen beiden, dat de schuttingen thans op de kadastrale erfgrens worden herplaatst. Daartoe zal ik hen in deze beslissing daarom verplichten. In verband met de aangekondigde verhuizing van Pieter en Henny zal Anja een en ander mogen en moeten uitvoeren, zoals hierna bij de beslissing nader te bepalen.

Nadat deze schuttingen aldus zijn herplaatst zijn zij mandelig (gemeenschappelijk eigendom). Uit het bepaalde in artikel 5:49 van het Burgerlijk Wetboek volgt, dat de kosten van dit alles door partijen ieder voor de helft moeten worden gedragen. Niet ter zake doet daarbij wie de bestaande schuttingen vroeger heeft betaald.

De schuur.

Hoewel Anja geen (gedeeltelijke) verwijdering van de over de erfgrens gebouwde schuur heeft gevorderd, oordeel ik het juist om, ter vermijding van mogelijk toekomstige problemen, op dat punt al thans te beslissen. Hoewel sprake is van een grensoverschrijdende bouw is de onrechtmatigheid daarvan door tijdsverloop (verjaring) al lang en breed komen te vervallen.

 De beplantingen.

De vlierbes staat, zoals nog is gebleken, op de erfgrens en is daarmee eveneens gemeenschappelijk eigendom geworden. Nu partijen niet tot overeenstemming kunnen komen over het al dan niet verwijderen daarvan, zal ik daarover op de voet van het bepaalde in artikel 3:168 van het Burgerlijk Wetboek moeten beslissen. Daarbij moet ik naar billijkheid rekening houden met de belangen van partijen, alsmede met het algemeen belang.

Welnu, de vlierbes is ernstig beschadigd, levert gevaar op en is aan het einde van zijn natuurlijke levensloop. Voorts staat hij in de weg, als de lange schutting zal worden herplaatst en levert hij veel overlast op aan Anja. Aan de andere kant zijn Pieter en Henny erg aan deze vlierbes gehecht, maar omdat Pieter en Henny binnen afzienbare tijd gaan verhuizen, zullen zij het genot van die vlierbes toch gaan verliezen. Alles tegen elkaar afwegend kom ik tot het oordeel, dat deze vlierbes moet worden gerooid. Weer vanwege de aangekondigde verhuizing van Pieter en Henny zal Anja dat mogen uitvoeren, zoals hierna bij de beslissing nader te bepalen. Omdat de vlierbes gemeenschappelijk eigendom is, moeten partijen de kosten van deze verwijdering weer samen, ieder voor de helft, dragen.

De sering en de katjeswilg staan, zoals tijdens het locatiebezoek opgemeten, op minder dan twee meter afstand van de in deze procedure aangehouden erfgrens. In de gemeente Súdwest Frylân is niet afgeweken van de in artikel 5:42 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde minimumafstand van bomen en heesters tot aan de erfgrens. Van verjaring van deze onrechtmatige toestand is niet gebleken. Dat betekent dat beide bomen moeten worden verwijderd, althans op minimaal twee meter van de erfgrens herplant. Dat deze bomen thans nog geen overlast opleveren doet niet ter zake.

Azijn gooien.

Niet aannemelijk is geworden dat Anja zich heeft schuldig gemaakt aan het gooien van azijn of een dergelijk agressief product op in de tuin van Pieter en Henny aanwezige beplantingen.

Daarom bestaat voor een door Anja te betalen schadevergoeding aan Pieter en Henny juridisch geen grond.

Overpad.

Pieter en Henny stellen zich op het standpunt, dat zij recht van overpad (erfdienstbaarheid) hebben over het perceel van Anja en wel om vanuit hun achtertuin de openbare weg de X straat te Arum te bereiken. Anja betwist dit en stelt, dat zij dat gebruik tot voor kort slechts heeft gedoogd. Daarover wordt als volgt geoordeeld.

Tussen partijen staat vast, dat een dergelijke erfdienstbaarheid in het verleden niet is gevestigd, door inschrijving in de openbare registers van een notariële akte van vestiging. Een mogelijke erfdienstbaarheid kan daarom alleen zijn ontstaan door verjaring, waarop Pieter en Henny zich kennelijk willen beroepen.

Een erfdienstbaarheid van overpad door verjaring kan op grond van het bepaalde in artikel 3:99 van het Burgerlijk Wetboek (de verkrijgende verjaring 10 jaar) en op grond van het bepaalde in de artikelen 3:105 jo. 3:306 van het Burgerlijk Wetboek (de extinctieve verjaring 20 jaar) inderdaad worden verkregen. In beide gevallen is echter op zijn minst vereist dat Pieter en Henny gedurende de verjaringstermijn juridisch bezitter waren van die erfdienstbaarheid. De vraag of sprake is (geweest) van juridisch bezit moet volgens vaste rechtspraak worden beoordeeld op grond van de verkeersopvattingen, met inachtneming van de wettelijke bepalingen betreffende het bezit en overigens op grond van uiterlijke feiten (artikel 3:108 van het Burgerlijk Wetboek).

Het enkele feit dat Pieter en Henny en/of haar rechtsvoorgangers met enige regelmaat achterom via het perceel van Anja zijn gegaan is daartoe, eveneens volgens vaste rechtspraak, onvoldoende. Dat enkele gebruik liet immers de mogelijkheid open, dat dit gebruik slechts werd gedoogd, wat tussen goede buren niet ongebruikelijk is.

Dat in dit geval door de aanwezigheid van speciale uiterlijke kenmerken, bij wijze van uitzondering op het voorgaande, toch door verjaring een erfdienstbaarheid zou zijn ontstaan (zie o.m. HR 27 september 1996, NJ 1997, 496), is niet gebleken. De aanwezigheid van een poort in de schutting, zoals hier het geval, is daarvoor volgens vaste rechtspraak in elk geval onvoldoende.

Samenvattend is van een erfdienstbaarheid van overpad, zoals door Pieter en Henny bedoeld, rechtens gezien geen sprake. Ik begrijp de vordering van Anja op dit punt mede aldus, dat het aan Pieter en Henny verboden moet worden nog langer, zonder voorafgaande toestemming, over de grond van Anja te gaan. Ook dat onderdeel van de vordering is toewijsbaar. Daarmee verliest de poort in de thans bestaande lange schutting zijn bestaansrecht. Deze mag daarom door Anja blijvend worden dichtgemaakt of bij herplaatsing van de lange schutting worden verwijderd.

Eindoverweging

Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist.

B E S L I S S I N G

Voor wat betreft de vordering en de tegenvordering.

  1. Voor recht wordt verklaard dat de eigendomsgrens tussen de percelen van partijen overeenkomt met de door het kadaster uitgevoerde grensreconstructie.
  2. Anja wordt verplicht (en zover nodig gemachtigd) de in deze procedure bedoelde lange en korte schutting binnen drie maanden na vandaag te (laten) herplaatsen op de door het kadaster gereconstrueerde erfgrens.

De kosten van deze herplaatsing moeten, op vertoon van een originele, behoorlijk gespecificeerde en niet bovenmatige factuur, voor de helft worden vergoed door Pieter en Henny en wel na afronding van het werk, binnen een maand na het aanbieden van deze factuur. Bij niet tijdige betaling loopt daarover van rechtswege (geen aanmaning nodig) de wettelijke rente, totdat betaald is.

  • Voor recht wordt verklaard, dat er geen erfdienstbaarheid van overpad bestaat, om vanaf de X straat te Arum via perceel gemeente Arum sectie E nummer X van en naar perceel gemeente Arum sectie E nummer X te komen en te gaan.

Het wordt aan Pieter en Henny en hun bezoekers met onmiddellijke ingang verboden om via genoemd perceel nummer X van en naar de openbare weg de X straat te Arum te komen en te gaan.

Bij overtreding van dit verbod verbeuren Pieter en Henny van rechtswege (geen aanmaning nodig) aan de tegenpartij een boete van € 200,– per keer, met een maximum van € 20.000,–.

  1. Anja wordt gemachtigde de in deze procedure bedoelde poort in de lange schutting blijvend af te sluiten, dan wel bij herplaatsing van die schutting te (laten) verwijderen. De daaraan mogelijk verbonden kosten worden geacht te zijn begrepen in de kosten van herplaatsing van die schutting.
  2. Anja wordt gemachtigd de in deze procedure bedoelde vlierbes te (laten) verwijderen. De kosten daarvan moeten, op vertoon van een originele, behoorlijk gespecificeerde en niet bovenmatige factuur, voor de helft worden vergoed door Pieter en Henny en wel na afronding van het werk binnen een maand na het aanbieden van deze factuur. Bij niet tijdige betaling loopt daarover van rechtswege (geen aanmaning nodig) de wettelijke rente, tot dat betaald is.
  3. Pieter en Henny moeten de in deze procedure bedoelde sering en katjeswilg binnen drie maanden na vandaag verwijderen, dan wel op een minimale afstand van twee meter van de door het kadaster gereconstrueerde erfgrens herplanten.

Indien zij dit niet, of niet tijdig (laten) uitvoeren verbeuren zij aan de tegenpartij van rechtswege (geen aanmaning nodig) een boete van € 25,– per dag, met een maximum van € 10.000,–.

  • Partijen moeten over en weer hun volledige en onvoorwaardelijke medewerking verlenen aan het uitvoeren van deze beslissing.

Indien deze volledige en onvoorwaardelijke medewerking niet wordt verleend, verbeurt de nalatige partij van rechtswege (geen aanmaning nodig) een boete van € 100,– per dag, dat zij daarmee in gebreke is, aan de tegenpartij met een maximum van € 20.000,–.

  • De in deze procedure vastgestelde grensoverschrijdende bouw van de schuur is door verjaring gelegaliseerd.
  1. De voor Pieter en Henny uit deze beslissing voortvloeiende verplichtingen worden als hoofdelijk aangemerkt.
  2. Het over en weer mogelijk meer of anders gevorderde wordt afgewezen.

Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M. Visser als bindend adviseur en mondeling uitgespro­ken te Wommels op 16 november 2022.

Partijen worden erop gewezen, dat dit bindend advies niet automatisch werking heeft tegenover nieuwe eigenaren van het perceel nummer 723. Anja kan een en ander echter alsnog zoveel mogelijk bewerkstelligen, door dit bindend advies op haar kosten, door tussenkomst van de notaris, te laten inschrijven in de openbare registers (artikel 16 lid 5 van het reglement). Pieter en Henny zijn op straffe van een boete verplicht om daaraan mee te werken.