Datum mondelinge uitspraak: 13 juli 2018 (Onder voorbehoud van mogelijke vergissingen en verschrijvingen)
Plaats uitspraak: Oranjewoud
Bindend Advies
In het geschil tussen:
Pieter en Rolina
te: Drachten
verder te noemen: Pieter en Rolina
tegen:
Henk
te: Drachten
verder te noemen Henk
bijgestaan door zijn zoon Daniël
gegeven door mr. Frank Visser
(Schriftelijke uitwerking ex artikel 14 lid 4 Reglement)
De procedure
Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het ‘Reglement Bindend Advies Mr. Frank Visser doet uitspraak’ editie juni 2018 te doen beslechten.
De vordering van Pieter en Rolina is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. Daarin is ook een tegenvordering van Henk opgenomen.
Mr. Frank Visser heeft kennisgenomen van alle door partijen overgelegde stukken.
Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 12 juli 2018, welke is gehouden te Oranjewoud.
Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.
Voorafgaande daaraan heeft mr. Frank Visser zich begeven naar de in deze procedure bedoelde percelen en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezichtigd. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken.
Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht. Als getuigen zijn gehoord zoon Daniël, overbuurman Thomas Bruining en Janet Douma (Woningstichting Accolade).
Hierna is aansluitend mondeling uitspraak gedaan op (inmiddels) 13 juli 2018.
De vordering van Pieter en Rolina
Pieter en Rolina vordert, kort gezegd, dat Henk met onmiddellijke ingang stopt met gluren, met het in werking hebben van op hen gerichte camera’s en verlichting en met het veroorzaken van geluidsoverlast (zoals klussen en harde muziek). Verder vorderen Pieter en Rolina verwijdering van een heg/schutting tussen de voortuinen van partijen en verwijdering van een in de achtertuin van Henk, aan de kant van Pieter en Rolina geplaatst bouwwerk.
De tegenvordering Henk
Henk vordert kort gezegd dat Pieter en Rolina met onmiddellijke ingang stopt met haar obsessieve observatiegedrag en met het in de gaten houden van Henk.
Het conflict (artikel 14 lid 2 van het reglement)
Het conflict dat partijen verdeeld houdt laat zich kort samengevat als volgt omschrijven.
Partijen zijn sinds februari 2016 buren van elkaar. Sindsdien zijn er problemen over door Henk veroorzaakt, door Pieter en Rolina als overlast ervaren lawaai, met name klus- en muziekgeluid. Daarnaast zijn er problemen gerezen over het (mogelijk) begluren van elkaar, al dan niet met behulp van camera’s en tenslotte over een erfscheiding tussen de voortuinen van partijen en een bouwsel in de achtertuin van Henk.
Beoordeling van het geschil
Vaststaande feiten.
In deze procedure mag van de volgende feiten worden uitgegaan.
Nadat partijen daarover ruzie hadden gekregen, beschuldigen zij elkaar van begluren. Henk heeft een viertal vaste camera’s opgehangen. Pieter en Rolina maakt inmiddels gebruik van een verplaatsbare camera.
Inhoudelijke beoordeling
Voor wat betreft de in deze procedure gerezen geschilpunten wordt als volgt beslist.
Het gluren.
Niet gebleken is, dat Henk zich schuldig maakt aan gluren. Eerder is het zo, dat Henk zich juist wil verstoppen voor ongewenste inkijk en aandacht. Van de vier camera’s aan zijn woning werken er slechts twee, een aan de voorzijde en een aan de achterzijde. Ik heb zelf kunnen zien, dat beide werkende camera’s alleen zicht geven op de eigen voor- en achtertuin van Henk. Er is dus geen enkele reden, waarom Henk die camera’s zou moeten verwijderen.
Omgekeerd is wel voldoende aannemelijk geworden, dat Henk wordt begluurd door Pieter en Rolina. Pieter en Rolina geven zelf toe, dat zij Henk voortdurend in de gaten houdt, waarbij zij zelfs een camera inzet. Dat levert een onrechtmatige inbreuk op, op de privacy van Henk en dat moet onmiddellijk stoppen.
Daarom zal ik Pieter en Rolina op straffe van een aan Henk te verbeuren boete verbieden vanaf de straat, of vanuit haar huis/tuin in de woning van Henk te kijken en/of om camera’s gericht te houden op henk, diens huis en/of diens voor- en/of achtertuin.
Lampen.
Naar mijn oordeel heeft Pieter en Rolina geen enkele last van de felle lamp achter, omdat die niet hun kant op schijnt. De andere lamp levert om dezelfde reden geen onrechtmatige hinder op. De lamp aan de voorkant van het huis moet echter wel weg, omdat die ook de voortuin van Pieter en Rolina belicht en ook overigens bij nacht en ontij onnodige hinder oplevert voor laatstgenoemde, die daarmee bij nacht en ontij wordt geconfronteerd, telkens als Henk in het bereik van de bewegingsmelder komt. Ook hier wordt een boete op overtreding gesteld.
Het klussen.
Voor wat betreft het klusgedrag van Henk heeft het volgende te gelden.
Uiteraard mag iedereen en dus ook Henk af en toe een klus doen in en rond het huis, ook als dat lawaai maakt. Maar die vrijheid houdt op als men, zoals Henk, bijna voortdurend met het nodige lawaai aan het klussen is en dat op de meest onmogelijke uren. De structurele hinder die daardoor aan de buren wordt toegebracht is naar mijn oordeel zowel onrechtmatig in de zin van artikel 6.162 van het Burgerlijk Wetboek als in strijd met artikel 9.10 van de huurvoorwaarden, die wat deze bepaling betreft, mede ten behoeve van andere huurders zijn overeengekomen. Bovendien is het niet de bedoeling, dat een als siertuin aangewezen achtererf, zoals hier het geval is gebleken, feitelijk in gebruik is als timmermanswerkplaats. Dat is in strijd met artikel 9.16 van de huurvoorwaarden, die wat deze bepaling betreft, eveneens mede ten behoeve van andere huurders zijn overeengekomen.
Hoewel Henk, zoals nog is komen vast te staan, al voldoende gewaarschuwd is door de verhuurder, zal ik hem geen compleet klusverbod opleggen. Wel zal ik bepalen, dat het klussen op straffe van een boete moet worden beperkt in de tijd en wel aldus, dat hij nog slechts op 40 dagen per jaar in en rond zijn woning op voor Pieter en Rolina hoorbare wijze mag klussen en dat alleen tussen 08.00 en 20.00 uur en nooit op zon- en algemeen erkende feestdagen.
Het chatten.
Bij gelegenheid van mijn locatiebezoek is bovendien nog voldoende komen vast te staan, dat het chatgedrag van Henk gedurende de late avond en de nacht, hinder oplevert. Dat komt omdat Henk zijn computer dan heeft aangesloten op zijn geluidsboxen, zodat elk verstuurd en/of ontvangen bericht een ‘beep’ geluid veroorzaakt. Hoewel niet erg hard, is dit geluid goed hoorbaar bij de buren (gehorige woningen) en ik kan invoelen dat dit onnodige irritatie oplevert. Onnodig, omdat het nergens voor nodig is. Henk kan dat geluid op een eenvoudige manier stoppen. Daartoe zal ik hem op straffe van een boete verplichten.
Het bouwsel/de volière.
Gebleken is dat Henk toestemming heeft gekregen van de verhuurder voor het bouwen van een volière in zijn achtertuin. Onbetwist is gebleven, dat daarvoor geen vergunning nodig is in het kader van de Wabo. Van onrechtmatige hinder is niet gebleken. Ik zou dan ook niet weten op welke rechtsgrond dit aan Henk zou kunnen worden verboden.
Erfafscheiding voortuin.
Vooropgesteld moet worden, dat Henk het in deze procedure bedoelde hekwerk en de coniferenhaag tussen hun beider voortuinen, zonder toestemming van de verhuurder heeft geplaatst, wat in strijd is met artikel 9.19 van de huurvoorwaarden, die ook wat deze bepaling betreft weer mede zijn overeengekomen ten behoeve van de buren.
Dat Henk behoefte heeft aan privacy is, gelet op wat hiervoor is geoordeeld, zonneklaar. Maar dat rechtvaardigt nog niet dat hij eigenmachtig bepaalt, welke erfafscheiding er moet komen. Als partijen daar samen niet uitkomen, moet de verhuurder beslissen, waaraan Henk zich moet houden. In elk geval moet hij bedoeld hek en bedoelde coniferenhaag verwijderen. Een nieuwe erfafscheiding moet door partijen ieder voor de helft worden betaald.
Slotoverweging.
Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist.
B E S L I S S I N G
Voor wat betreft de vordering en de tegenvordering.
Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als bindend adviseur en mondeling uitgesproken te Oranjewoud op 13 juli 2018.
Deze schriftelijke uitwerking van het bindend advies is ondertekend door mr. Frank Visser als bindend adviseur en mr. S. Terstegge als secretaris op 25 juli 2018.
Mr. S. Terstegge Mr. F.M. Visser