Geldzucht is de wortel van alle kwaad.

by Mr Frank Visser | januari 30, 2018 | 0 Comments
Geldzucht is de wortel van alle kwaad.

Geldzucht is de wortel van alle kwaad.                                  

(eerder verschenen als column in Plus Magazine, februari 2018)

 

Er was eens een oud moedertje met twee kinderen, Peter en Paul. Anders dan u nu denkt, was dat moedertje helemaal niet arm. Integendeel, ze had een flinke som geld op de bank staan. Op een Zwitserse bank, wel te verstaan.

 

Peter kon blijkbaar niet wachten op de erfenis, want nog tijdens het leven van moeder werd het saldo overgeboekt naar de bankrekening van hemzelf en die van zijn echtgenote. De Zwitserse bankrekening werd vervolgens opgeheven. Dat kon Peter allemaal doen, omdat hij een algemene volmacht van moeder had gekregen.

 

Nadat moeder was overleden, ging Paul vragen stellen. ‘Er was toch een Zwitserse bankrekening?’ Peter hield zich van den domme en zei dat hij niets van een Zwitserse bankrekening wist. Laat staan dat hij zijn broer inlichtte over het feit, dat hij zich het saldo van die rekening inmiddels had toegeëigend.

 

Wat Peter zich niet realiseerde, was dat de Zwitserse bank wel opening van zaken gaf. Pas nadat dit was gebeurd, ging Peter alsnog met de billen bloot. Nee, dat van die Zwitserse klopte toch wel. Maar die was opgeheven. En het geld stond al een tijdje op zijn rekening. Je zou verwachten, dat hij het deel van Paul vervolgens onmiddellijk zou overmaken. Maar nee, dat was Peter nog steeds niet van plan. Hij bleek niet voor één gat te vangen. Opeens beweerde hij, dat moeder hem dat geld nog bij leven had geschonken.

 

U snapt, dat Paul hier geen genoegen mee nam en naar een advocaat stapte. Die wist wel raad met dit geknoei. Wat volgde was een onverkwikkelijke procedure tussen de twee broers. De rechter oordeelde uiteindelijk, dat een schenking niet was komen vast te staan, zodat al het geld in de erfenis viel. Zo bezien had Paul dus gewoon recht op zijn kindsdeel.

 

‘Jammer, maar niet geschoten is altijd mis,’ zal Peter misschien gedacht hebben. Maar daarom niet getreurd, want nadat de rechter gehakt had gemaakt van de zogenaamde schenking, verwachtte hij immers alsnog zijn helft van het geld te mogen houden.

 

Maar dat was verkeerd gedacht. De advocaat van Paul bracht immers een tamelijk onbekende wettelijke regeling in stelling. Die bepaalt, kort samengevat, dat een erfgenaam, die opzettelijk tot de erfenis behorende gelden of goederen verzwijgt, zoek maakt of verborgen houdt, deze aan de andere erfgenamen verbeurt. En dat was natuurlijk precies wat Peter gedaan had. Hij had het geld van moeder stiekem op de bankrekening van zichzelf en zijn vrouw geparkeerd, wat hij na haar overlijden willens en wetens had verzwegen. En dat zou betekenen, dat zijn broer Paul nu alles kreeg!

 

‘Maar dan krijg ik helemaal niets! Dat is niet eerlijk,’ sputterde Peter tegen. ‘Ik wist toen toch nog niet dat dit geld in de erfenis viel!’ Ook met dat verweer maakte de rechter korte metten. ‘U wist best dat er niets waar was van die schenking en dat dit geld dus verdeeld moest worden,’ stelde de rechter fijntjes vast. ‘En toch hield u uw mond.’

 

Toen restte Peter nog slechts een laatste, uiterste verweer. ‘Ik ben aanvankelijk misschien niet helemaal eerlijk geweest,’ erkende hij. ‘Maar uiteindelijk heb ik toch opening van zaken gegeven.’ De rechter bleek ook op dit punt echter onvermurwbaar. ‘Leuk bedacht,’ wist de rechter. ‘Maar als je dit soort geknoei achteraf nog kon terugdraaien, zou het wel erg aantrekkelijk worden om de kluit te belazeren!’

 

Diep getroffen door zoveel ‘onrecht’ verliet onze hebzuchtige broer het juridisch strijdtoneel. Hij wilde het onderste uit de kan, maar kreeg het deksel op de neus. Zijn geldzucht was hem fataal geworden.

 

Ik denk niet dat die twee broers nog bij elkaar op verjaardagsvisite komen.