Datum mondelinge uitspraak: 6 juni 2017
Plaats uitspraak: Den Haag
(onder voorbehoud van mogelijke vergissingen en verschrijvingen)
Bindend Advies.
In het geschil tussen:
Bjorn Amattarmoedji en Thaïs Paula
te: Den Haag
verder (ook) te noemen: Familie Amattarmoedji,
tegen:
Pieter van den Bos
te: Den Haag
verder te noemen Van den Bos,
bijgestaan door Nico van Spronsen
verder te noemen Van Spronsen,
gegeven door mr. F.M.Visser.
(Schriftelijke uitwerking ex artikel 14 lid 4 Reglement)
De procedure.
Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het ‘Reglement Bindend Advies Mr. Frank Visser doet uitspraak’ editie november 2015 te doen beslechten.
De vordering van Familie Amattarmoedji is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. Daarin is ook een tegenvordering van Van den Bos opgenomen.
Mr. Frank Visser heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken.
Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 6 juni 2017, welke is gehouden te Den Haag.
Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting.
Voorafgaande daaraan heeft mr. Frank Visser zich begeven naar de in deze procedure bedoelde woningen heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezichtigd. Daarbij waren tevens aanwezig dr. Lin Arendsen en Sam de Ligt als deskundigen. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken.
Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht.
De deskundigen hebben mondeling verslag uitgebracht.
Hierna is mondeling uitspraak gedaan.
De vordering van Familie Amattarmoedji.
Familie Amattarmoedji vordert, kort gezegd, dat een einde wordt gemaakt aan de door de katten van Van den Bos (en/of Van Spronsen) veroorzaakte stankoverlast.
De tegenvordering vordering van Van den Bos.
Van den Bos vordert, kort gezegd, dat een einde wordt gemaakt aan de vervuiling van de openbare ruimtes door Familie Amattarmoedji, zoals het achterlaten van bierblikjes en het spugen op de spiegel in de lift, het blowen op de galerij en het laten loslopen en poepen van de hond op de galerij.
Vaststaande feiten.
Verslag van de deskundigen.
De deskundigen hebben, kort samengevat en voor zover thans van belang, het volgende laten weten:
Dr. Arendsen: De door Van den Bos gehouden katten zien er gezond uit en vertonen geen tekenen van stress. Gelet op de grote hoeveelheid zouden er wat meer kattenbakken moeten komen en meer voederbakjes. Castratie van de katers en sterilisatie van de poezen zou iets kunnen helpen tegen het ‘sproeien’ door de katers. Belangrijker is echter, dat daardoor wordt voorkomen dat de hoeveelheid katten in de flat van Van den Bos verder blijft groeien. De minimax dierenkliniek te Rotterdam bijvoorbeeld, voor mensen met een uitkering, maakt dit ook financieel haalbaar.
Ligt: Er zijn geen schadelijke dampen/stoffen gemeten, wat niet wegneemt dat het aantoonbaar erg stinkt in de woning van Van den Bos. Die stank zit nu in de vloeren en muren. Met ozon kan die stank worden weggenomen, maar daarvoor moeten alle levende wezens een week uit de woning weg. Dat heeft echter weinig zin, als de oorzaak van de stankoverlast, te weten de grote hoeveelheid katten, niet wordt weggenomen.
Beoordeling van het geschil.
Voor wat betreft de vordering van Amattarmoedji.
Zoals ik zelf heb kunnen waarnemen stinkt het in de woning van Van den Bos enorm naar kattenurine. Die stank is zo intens, dat deze zich zelfs hecht aan de kleding van bewoners en bezoekers. Die situatie lijkt mij op zichzelf voldoende reden voor de verhuurder om daartegen actie te ondernemen, nu deze situatie in strijd is met de verplichting het gehuurde te gebruiken en onderhouden, ‘zoals het een goed huurder betaamt.’ Vastgesteld moet echter worden, dat de verhuurder, die klaarblijkelijk op de hoogte is van de situatie, daartegen geen (verdere) actie onderneemt.
Dat ontneemt Familie Amattarmoedji evenwel niet het recht om zelf juridische actie te ondernemen tegen Van den Bos, maar dat alleen als de hiervoor bedoelde stank dusdanige overlast oplevert in en rondom de woning van Familie Amattarmoedji, dat sprake is van onrechtmatige hinder zoals bedoeld in de artikelen 5.37 en 6.162 van het Burgerlijk Wetboek. Anders gezegd, dat het in en rondom de woning van Van den Bos stinkt, gaat Familie Amattarmoedji alleen aan, als zij daarvan zelf onaanvaardbare overlast ondervindt.
Daarover wordt het volgende overwogen:
Bij gelegenheid van mijn bezoek aan de woning van Familie Amattarmoedji heb ik binnen niets geroken. Ook voor de deur, op de galerij, was niets te ruiken. Alleen in het direct naast de woning van Van den Bos gelegen trap-\liftportaal was, met de klapdeuren dicht, enige kattenlucht waarneembaar. Niet fris, maar ook weer niet dusdanig doordringend, dat de term onaanvaardbaar op zijn plaats is.
Dat betekent, samenvattend, dat Van den Bos niet onrechtmatig handelt ten opzichte van Familie Amattarmoedji en dat de vordering van laatstgenoemde daarom moet worden afgewezen
Voor wat betreft de tegenvordering van Van den Bos
Voorop moet worden gesteld, dat van alle tegen Familie Amattarmoedji geuite verwijten, alleen is komen vast te staan dat de hond van Familie Amattarmoedji één keer gepoept heeft op de galerij en dat Amattarmoedji geregeld wiet blowt op de galerij. Alle andere beschuldigingen zijn betwist en niet bewezen.
Voor wat betreft de hond is kennelijk sprake van een eenmalige gebeurtenis, waar Van den Bos zelf geen enkele last van heeft gehad. Van den Bos heeft wat dat betreft dus geen recht van klagen.
Blijft over het wietroken op de galerij. De verhuurder heeft kennelijk geen bezwaar tegen dergelijk gedrag. Dus net zoals hiervoor is overwogen, bij de door de katten van Van den Bos veroorzaakte stank, komt het erop aan, of dit gedrag ten opzichte van Van den Bos onaanvaardbare overlast oplevert. Het antwoord daarop luidt ontkennend.
Samenvattend moet dus ook de tegenvordering geheel worden afgewezen.
Advies.
Hoewel de vordering tegen Van den Bos moet worden afgewezen, wordt hij wel dringend geadviseerd zijn katers te laten castreren en zijn poezen te laten steriliseren. Feit is en blijft immers, dat er wel degelijk sprake is van een te grote kattenpopulatie in zijn flat. Als de katten niet worden geholpen, zal het aantal katten blijven toenemen, wat vroeg of laat verkeerd zal aflopen.
B E S L I S S I N G
Voor wat betreft de vordering en de tegenvordering.
Zowel de vordering als de tegenvordering moeten worden afgewezen.
Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als bindend adviseur en mondeling uitgesproken te Den Haag op 6 juni 2017.
Deze schriftelijke uitwerking van het bindend advies is ondertekend door mr. Frank Visser als bindend adviseur en mr. S. Terstegge als secretaris op 12 juni 2017.
Mr. S. Terstegge Mr. F.M. Visser